dinsdag 16 februari 2010

Eten in Tsjechië

‘Oooh’ of ‘Aaaa’ of ‘Oei’, natuurlijk. Dat is wat hier in Rokytnice nad Jizerou de klok slaat. Nog steeds wordt elk kwartier een update gegeven over de conditie van de spieren van Sjors en Sam. En ik kan u vertellen beste lezers en lezeressen, dat is niet zo best, als ik het gekreun moet geloven. ‘Ik voel spieren waarvan ik nog niet eens wist dat ik ze had’. Dat is natuurlijk een bekende kreet, maar ook hier kwam de frase net voorbij. Sjors vereffent met mij wat openstaande rekeningen. Er zijn tijden geweest dat ik me schuldig voelde over hoeveel ik kan zeuren op het Newmancollege. Dat is nu een stuk minder, nu ik deskundige ben op het gebied van Sjors’ staartbeen. Menig homo zal mij benijden, maar ik krijg mijn informatie op een andere manier dan u nu denkt, beste lezer.
Al kreunend en steunend hebben we ons al twee avonden naar de avond maaltijd begeven. Eten is toch wel een apart verhaal deze reis. De discussies over wat en waar we eten zijn kort. Dat is het fijne van reizen met mannen. Dat merk ik deze weer. Beslissingen worden sneller genomen en iedereen gaat er zonder morren mee accoord. Ik wil niet zeggen dat er een wereld voor me open gaat, maar ik heb veel tijd over deze reis.
De eerste avond zijn we in ons semi-best-wel-luxe-budget-hotel gebleven. Alwaar ze gewoon een A la Carte ding hadden. En dat voor een jeugdherberg van hostelworld.com. Daar had ik in 2008 in New York toch niet over moeten beginnen, dan was ik direct straatarm geweest en zat ik dit nu te typen op een wegwerp Windows XP machine. Sjors was echt heel erg moe. Hoe moe? Echt onzettend heel erg moe. Eigenlijk te moe om te eten. Zo moe. Met moeite weet hij wel de beste keuze voor ons drieën te maken: uiensoep, worst en een beetje friet. Dat maakt het converseren met de serveerder voor Sam en mij wel erg gemakkelijk: ‘ich auch, bitte’.
Al snel komt de worst en ‘vallen we aan’. Dit is wel een aanval waar de worst zeker niet bang van wordt. Sjors krijgt het echt niet weg. Ik weet niet wat ik zie. Alle energie die hij in zich heeft, gebruikt hij om te kauwen. Dit gaat dus langzaam en moeizaam. Het toetje laten we zitten. Om 19.00 uur snurkt Sjors, Sam volgt enkele minuten later. Ik kijk T1a na en type nog eens een stukje. Benieuwd wat? Kijk op http://micheldevalk.blogspot.com (inderdaad, dat heb je waarschijnlijk bij deze gedaan).
In de ochtend is het van hetzelfde laken een pak: zonder thee eet Sjors moeizaam. Met lange tanden kauwt hij zijn broodjes weg. Hij doet echt zijn best, maar sneller kan het niet. Het is niet vies, het gaat er gewoon moeilijk in. Nu is zijn lichaam ook zo dat je dat gemakkelijk geloofd. Als hij zegt dat het er niet in past, dan geloof je de jongen gelijk.
Dan Sam. Dat is van een heel ander laken een pak. Ondanks zijn Brabantse roots, doet hij erg Hollands: ‘ik heb er voor betaald, dus ik zal er zo veel mogelijk van nemen ook’. En hij voegt de daad bij het woord. Het ontbijt buffet begint bij een draaiplateau met kwark/yoghurt en allemaal bakken met dingen die je daar in kan doen aan cereals. Vervolgens komen de broodjes, eieren, het beleg en de koffie en een glas melk. Hij presteert daarbij om alles in een keer mee te nemen, maar schroomt niet om nog een keer te lopen. Met de borst vooruit, want zo loopt Sam. Let maar op, als je hem ziet lopen: met de borst vooruit.
Ik ga voor de gulden middenweg. Als we dan gaan zitten, zit Sjors al even te kauwen op zijn brood. Sam valt aan. Waar de worst van de eerste avond nog even te gaan had, zijn de broodjes al weg voordat Sjors zijn eerste slok thee heeft genomen. ‘Zo Sam, geniet jij maar even van je mayonais met hondebrokken’. ‘Hee, je begint te blaffen’. En zo begint de dag. Een mooi begin.
Als we terugkomen, dan is mijn eetmoment. Vlak voor vertrek had ik zin om te bakken. Gewoon zo’n onweerstaanbare zin om ‘iets’ te bakken. Maakt niet uit wat verder. Dus is er een heerlijke spinaziequiche ontstaan, maar ook, en vooral, een enorme bak koekjes. Deze koekjes komen voort uit een recept van Laura Bush voor heel veel koekjes. Zo heb ik ze ook gemaakt voor de leerlingen van havo 4 voor de kerst. Zaterdag heb ik ze ook ‘even’ willen bakken. Wat een hels karwei is dat. Vooral omdat de walnoten die er in zitten allemaal met de hand gekraakt moeten worden. In eens was daar de stress zaterdag: ik moest weg! De koekjes waren nog niet afgekoeld en nog zacht. Zo heb ik alles in een keer in een bak geworden. Die bak staat nu naast me, met een brok koek naast me. Tijdens het koelen is alles een geheel geworden. Erg lekker, maar ik ben de enige die er van eet. Cookie anyone?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten