vrijdag 26 februari 2010

>> spoelen || pauze

Vroeger had je cassettebandjes. Die kon je spoelen. Je drukte niet op een knopje om bij het volgende liedje te komen. Op een cassette stond een uur (of anderhalf) aan muziek en om bij het volgende liedje te komen, drukte je op spoelen. Je spoelde de rest gewoon even voorbij. Je luisterde het bandje en als je het zat was, drukte je op pauze. Die knop is wel gehandhaafd. Pauze. Altijd even een moment om, al dan niet verplicht, stil te staan. Even niets. Die knop zal hopelijk nog lang bestaan.
Wat is het toch genieten. Je hebt er een hele week lang voor gewerkt. Je hebt stront over je heen gekregen, werk verzet, door zure appels heen gebeten, verliezen verwerkt. Tegelijkertijd heb je ook lol gehad, gelachen op het werk en met vrienden. Je hebt goede gesprekken gehad en pijnlijke stiltes. Prettige rust en hectiek. Elke week heeft het allemaal. Uiteindelijk is het zo ver. Stilzwijgend zit je tegen over elkaar. Er is even niets om tegen elkaar te zeggen. Je kijkt elkaar even aan en weer terug je glas in. Je kijkt ernaar en ziet het: even lekker wat te drinken.
Een lekker glas wijn, een pilsje, mok thee? Zeg het maar. Het moet niet te moeilijk zijn, geen moeilijk bier of een exotische wijn om te analyseren. Hij moet gewoon even lekker beet pakken. Dan ga je ervoor zitten. Ja mag kiezen: met de benen op tafel? Onderuit gezakt? Het maakt niet uit. Daar is het moment voor. Locatie? Het liefst zo gewoon mogelijk. Een personeelskamer, gewoon op kantoor, een kantine, niets hipper dan dat. Iets lekkers te eten er bij? Misschien liggen er nog wel ergens ‘zoutjes’.
Je hebt nog werk te doen? Dat kan in het weekend ook wel. Nu kan het toch niet meer, niemand werkt meer echt. Ze zijn nog wel aanwezig, maar er vinden alleen nog ‘overleggen’ plaats. Op het scherpst van de snede zal er onderhandeld worden. Maandag weer, dat wel. Nu niet. Het is de ‘weekend-pre-party’: de vrijdagmiddagborrel!!
Het spoelt zo heerlijk weg. Waar je vroeger naar de kerk ging om zonden weg te bidden of biechten, of door te praten, mediteren of sporten de week van je af te laten glijden, ga je nu even met z’n allen om de tafel zitten met wat wijn. Zorgen over werk dat niet af is of komt? Spoel je weg. De shit die je over je heen hebt gekregen? Je spoelt het weg. De afspraak met de dame met de bezem? Spoel je weg. Het is een reinigend ritueel dat ook met water, cola of thee kan. Het gaan om het moment. Even met mensen bij elkaar zitten en ontzettend slap ouwehoeren. Gewoon omdat het even kan. Dit is het moment. Nu kan het het best. Morgen is voor de klussen en de verplichtingen, nu doen we even helemaal niets.
De vrijdagmiddagborrel. Hij valt soms erg lekker. De keek op de week. Ssssst. Niet te veel over praten. Ik kijk diep in mijn mok, denk even goed na, neem een slok... En ja, daar spoelt de 10 km schaatsen van dinsdagavond weg.

dinsdag 23 februari 2010

Buurman, wat doet u nu?

‘Buurman, wat doet u nu?’
Dat zei een leerlinge gisteren in mijn les. Ik dacht: ‘huh, toen die film uit kwam, was deze jongedame -6 jaar oud, minimaal, hoe kan dit’. Zo gezegd, zo gevraagd. Bleek dat moederlief de culturele vorming van haar dochter bijzonder serieus had genomen.
Ik dacht aan haar. Daarnet. 'hee, wat doet Kramer nu?' Voor mijn gevoel draaide het hele land vandaag om maar één ding: de 10000 meter van Sven Kramer. Dit zou plaats vinden ergens tussen 20.00 en 22.30 uur vanavond. Dat zijn schappelijke tijden, zeker als je nog tot 21.00 met je werk bezig bent. In het studentenhuis waar je woont wacht je op de douche en zet je de TV aan.
‘Hee, da’s waar ook! De 10 km van Kramer wordt nu uitgezonden. Daar ga ik toch even voor zitten.’ Dat dacht ik. Nu heb ik het idee dat als ik sport kijk, Nederland nooit succesvol wordt. Tegen de rest van de natie wil ik dan ook zeggen: ‘het spijt me, ik zal geen sport meer kijken bij belangrijke Nederlandse wedstrijden’. Ik heb namelijk nooit het Nederlands voetbalelftal zien winnen. De twee Touretappes die ik in mijn hele leven heb gezien, werden gewonnen door Floyd Landis. De laatste 10 km schaatsen die ik ooit heb gezien, werd gewonnen door Johan Olaf Koss. Ik weet dat ook nog gewoon.
Ook nu weer. Het galmt nog steeds door mijn hoofd:
‘Hee, wat doet hij nu?’
‘Er gebeurt iets, hij maakt een rare beweging’
‘Wat gebeurt daar?
Blijkt Sven de verkeerde baan te moeten pakken van zijn coach! Natuurlijk doet hij dat. Die coach moet nu zelf een andere baan zoeken. Natuurlijk luistert Kramer naar die vent. Stel je voor: je rijdt in België en je wilt naar Luik. Je weet zeker dat je dan linksaf moet slaan. Er staat echter een bordje ‘Luik’ naar rechts. Dan doe je dat. Dat bordje is er niet voor niets. Je gaat naar rechts toe. Als je dan even later in Zeebrugge de boot naar Engeland op rijdt, voel je toch wat frustratie jegens de Belgische ANWB.
Wat is dit erg zeg! Vier jaar lang trainen, helemaal voor niets, helemaal weggegooid. Mocht iemand ambities hebben om schaatstrainer te worden bij een topschaatser wiens vertrouwen in coaches een deukje heeft, dan vermoed ik dat er morgen een vacature op Monsterboard.nl staat. Succes!
Bij Telekids hebben ze ooit eens een carnavalsplaat gemaakt, daarin de volgende tekst:
‘O o o, een blamage!
Ben je sip,
‘k heb een tip:
Lap het lekker aan je laarsje!’
Het speelt in mijn hoofd. Naast het ‘hee, wat doet hij nu?’. Geen idee wat ik er mee kan, maar een blamage is het.
Daarna komt Mart Smeets. Deze man heeft de kwaliteit om, net als Maartje van Wegen vroeger, de sfeer bij Koninginnedag hetzelfde te kunnen maken als bij de begrafenis van Pim Fortuyn. Perfect voor deze situatie! De eerste keer deze Spelen dat ik ‘m niet misplaatst vind. Maar desondanks zou ik tegen Mart Smeets willen zeggen: ‘met pensioen gaan is ook een onderdeel van een loopbaan’

maandag 22 februari 2010

Ik ruik 'm al weken...

Prachtig vind ik het, die sneeuw. Vanaf de herfstvakantie kijk je er naar uit. Het is toch donker en grauw in de winter, als het dan mooi wit is, is het nog leuk en mooi. Je kunt van die mooie foto’s maken, het is knus, het geeft sfeer. Verheugd was ik dan ook met de eerste sneeuw in het begin van december. Prachtig! We stevenden vol op een witte kerst af. Die was voor mij al gegarandeerd: wintersport. Nog meer sneeuw.
Ben ik een sneeuwliefhebber of wat? Het gaat nog verder: ik vond het niet erg dat het hele land plat lag door de sneeuw. Je krijgt saamhorigheid, het land wordt één. Het vereist creativiteit om er mee om te gaan. Als je niet kunt rijden met sneeuw, doe het dan niet. Je weet dat het moeilijk wordt om dan auto te rijden. Met de trein dan? Het lag ook in de lijn der verwachtingen dat de NS wat steekjes zouden laten vallen. Nog liep ik niet te mopperen. Op het moment dat ik geen auto tot mijn beschikking had en treinen niet reden, ben ik gewoon op een oude fiets gestapt om van Breda naar Werkhoven te gaan.
Wintersport was bijzonder, indrukwekkend, uitdagend en breekbaar. Daarna lag er gewoon nog steeds een maand lang sneeuw! Het kan niet op. Langzaam word je er moe van. Het blijft namelijk nog steeds grauw en donker. Mensen (leerlingen ook) worden chagrijnig, mensen worden moe. Om er het beste uit te halen, ga ik nog een keer op wintersport. Na een week dikke sneeuwpret, ben ik er echter wel klaar mee. De eerst dag op het snowboard, gaat lekker. Bij de lift sta je toch te denken: ‘nog één weekje dan. Nog een en dan ben ik er helemaal klaar mee. Nog 1 weekje en dan is het afgelopen. Ook voor mij is er dan genoeg sneeuw geweest.’
Eigenlijk ruik ik ‘m al weken. Vorig jaar werd ik voor gek verklaard op het moment dat ik zei dat ik ‘m rook. Maar toch, na de kerst zijn er al planten die kiemen, je hoort een verdwaalde vogel, dagen worden heel langzaam iets langer en dat merk ik al snel. Vandaag regende het. In de regen ruik je het ook. Hij komt er aan. Het is niet ver meer. Iedereen wacht er op, maar hij komt maar niet. We moeten ons eerst door weken van regen, wisselvalligheid, wind en wederom kou werken. Hier en daar zal er een momentje van zonneschijn zijn. Een middagje dat het warm is. Stel je voor: die eerste middag waarbij de zon schijnt, het waait niet, je kunt je jas open laten hangen. Helaas de dag er na regent het weer.
Maar dan. Na al die weken, na deze koude lange winter. Dan is ie daar. Ik ben er klaar mee, de winter. Ik ben er helemaal klaar voor: DE LENTE! Laat maar komen. Het hoeft niet direct Rokjesdag te zijn. Korte broeken moeten niet dezelfde dag nog uit de kast gehaald worden. De jas open. Sporten met je korte broek. Geen drek op de wek. Zon. Zon. Zon. Heel veel zon! Laat maar komen. We zijn er helemaal klaar voor! Ik wil het. NU!

vrijdag 19 februari 2010

Horni Domki

Nee, beste lezer of lezeres, het is niet wat u denkt. De bovenstaande titel verwijst niet naar een pratende geanimeerde ezel die naast een groen monster door drie films heen loopt. En waarvan de naam dan ook nog eens verkeerd gespeld is. Horni Domki is niet ‘Donkey’ uit Shrek met een kinderwens.
Horni Domki is het gehucht vanwaar de eerste skilift in Rokytnice nad Jizerou vertrekt. Giechelend stapten we dagelijks de bus naar de skipiste.
‘We gaan weer naar horney donkey, hi hi hi’
‘Huh huh, opgewonden ezel, huh huh’.
Het was uiteindelijk ontzettend lekker snowboarden vanaf Horni Domki. Maar Horni Domki werd meer. Horni Domki werd een begrip. We zijn niet naar Tsjechië geweest voor wintersport, maar naar Horni Domki. Vergeet Harrachov met de ‘in 4 minuten ben je weer in de rij voor de lift-pistes’, laat het dorp Rokytnice links liggen, maar ga gelijk door naar Horni Domki.
Het ging nog verder. Sjors en Sam geven de auto waarmee ze op reis zijn geweest een naam. Om nou Sjors’ Astra de naam Barry III te geven was weinig origineel en creatief. Het deed de wagen ook geen eer aan. Het gevoel Barry III paste niet bij deze groen/zwarte parelmoer bolide.
‘Hoe gaan we hem nou noemen?’
‘Is het eigenlijk een hij of een zij?’
‘Een auto is toch geen zij? Toch?’
‘Hoe heette die winnares van dat skiën ook alweer?’
‘Vonn. Hoezo?’
‘En haar voornaam? Zoek maar even op op je iPhone, we zijn toch weer in Nederland.’
‘Lindsey. Lindsey Vonn’
‘Lints Yvon...’
‘Nee, dat is het ook niet.’
‘HORNI DOMKI’
Natuurlijk! Dat moest het worden. Het is niet kort, niet gemakkelijk in een klank samen te vatten, maar wel tekenend.
‘Maar dan wel als Horney Donkey’.


Zo geschiedde. Een traditie is in ere gehouden. De auto heeft een naam. En de auto heeft een erg goede naam. Horney Donkey heeft ons volledig probleemloos naar Tsjechië gebracht in 14 uur. De terugrit ging helemaal voorspoedig. Om 12.50 uur sinds wir abgefahren. Om 23.10 reden we Tilburg in! Ruim 10 uur, zonder te hard rijden, met een uitgebreide eet pauze. De auto heeft geen krimp gegeven. Wij kropen er echter tijdens een stopt gekreukeld uit, of sprinten richting porseleinen vriend de auto uit.
Na deze trip heeft Horney Donkey wel degelijk onderhoud nodig. Wat remmen, lampjes en hendels kunnen vervangen of gerepareerd worden. Het baasje zal Horney Donkey verzorgen met alle liefde die hij in zich heeft. Stiekem is dat meer dan je op het eerste ogenblik denkt.
De vakantie naar Tsjechië is afgelopen. De Tilbo’s hebben de smaak van het wintersporten te pakken en kunnen veilig de piste af komen. We zijn redelijk bij geslapen. We hebben het gezellig gehad en veel informatie en verhalen uitgewisseld. Kortom: een topweek. Wellicht drinken we er morgen nog even een drankje op.
Sam en Sjors: bedankt!

donderdag 18 februari 2010

Skikini

We zitten de Olympische Spelen te kijken op onze kamer in het eigenlijk wel luxe budgethotel. Het is de ski-afdaling voor vrouwen. We zien een race van een vrouw die onze bewondering oogst. Ze gaat hard, heel erg hard. Soms slaat ze wat meters op de sneeuw over door enkele tientallen meters te vliegen. Na de finish valt ze van vreugde op de sneeuw. Ze heeft de snelste tijd van dat moment gereden. De slowmotion beelden blijven doorgaan. Dit komt ook doordat haar concurrentie valt. Sommigen knullig (Frankrijk), anderen hard (Zweden, me dunkt).
We zitten hier met z’n drieën zo eens naar te kijken en we zijne eerlijk gezegd niet alleen onder de indruk van de sportieve en acrobatische kwaliteiten van de dames. Mevrouw Vonn heeft zo’n strak skipak aan, wat eigenlijk vrij weinig verhuld.
‘Waarom doen ze dit niet naakt? Of in bikini?’.
‘Wel goed voor de kijkcijfers.’
‘Vrouwonterend, dan zijn sportieve prestaties in eens van ondergeschikt belang.’
‘Je hoort de geëmancipeerde dames al piepen.’
‘Ja, maar het zou toch mooi zijn.’
Met die gedachte zijn we maar wat anders gaan doen. Racen, bloggen, foto’s of film kijken. Iets met een beeldscherm. Dat sowieso. Het is net een journalistiek crisiscentrum met allemaal schermen. Als we over die schermen heen kijken hebben we wel erg veel pret met elkander. Een stel kerels bij elkaar blijft toch wel een enorm verschil dan medereisleiding en een stel deelnemers. Het is zo ontspannen, alles regelt zichzelf en een overleg duurt hooguit 20 seconden. Dan kan iedereen zich er nog steeds erg goed in vinden. Ik blijf me verbazen.
Verbazen doe ik ook als ik in de ochtend de lift naar de hoogste piste pak. Het dal station is gehuld in mist. Het is grauw. Niet echt koud meer. In het dal dooit het. In de lift installeer ik me: oordopjes in, polsbescherming om, handschoenen goed, goede bril op en gaan. Dan komt de lift boven de wolken uit. Net als gisteren voelt het alsof je boven de wolken vliegt in een vliegtuig. Er zijn veel mensen die deze plek weten te vinden en waarderen. Het is alleen de eerste honderd meter van de piste zo zonnig. Mensen zitten in de zon te genieten, maken foto’s en blijven nog even hangen. Mensen zonnen! Kan je het je voorstellen na weken van grijs/wit weer in Nederland. Je ziet de zon! Natuurlijk geniet je daarvan!

Maak je medepisteberijder gelukkig/vrolijk/opgewonden/jaloers* en probeer te zonnen in een skikini. Deze uitvinding moet nog gedaan worden, maar zie het voor je als een bikini voor in de sneeuw. Natuurlijk is een bikini in de sneeuw niet het meest warme wat je je kunt voorstellen, dus er moet meer bedekt worden. Het zal wellicht een professioneel Olympisch pak worden. Dit is ook fijn als je valt. Want het is natuurlijk niet alleen voor het uitzicht, er moet ook geskied worden.
In het verleden heb ik wel eens ansichtkaarten gezien met daarop dames die in bikini in de meest foute jaren ’80 kleuren de piste afsuizen met in hun rechterhand een blad met pullen bier (ergens moet er getruckt zijn met die foto). Die afbeelding is inspiratie geweest voor dit idee. Het strookt mooi met de gedachte waarmee wij gisteren naar de Olympische sporters hebben gekeken.
Eigenlijk zijn er maar weinig die echt baat hebben bij dit idee, dus zal het een vroege dood sterven. Waarom er dan toch over nadenken en er een blog aan wijden? Omdat het kan!
Een alternatief voor deze uitvinding is overigens de Biskini. Dit is een bikini, maar dan gemaakt van bisquit, voor mensen die iets nieuws willen op het gebied van eetbaar ondergoed en ook niet voor op de piste. Kijk uit! Dit is wel breekbaar. Op de piste zal het wat zacht worden, zoals een bisquitje dat je in de thee doopt. Doe er je voordeel mee.
Mocht je desondanks deze uitvindingen ergens tegen komen, dan weet je nu wie er vandaag patent hadden moeten aanvragen.

woensdag 17 februari 2010

Leven in Tsjechie

Dat is toch mooi: je bent in Tsjechie en je ligt in bed te bloggen op je iPhone. De sim-kaart zit in een oude Nokia om de kosten binnen de perken te houden, maar internetten op wifi lukt ook zonder sim. Toch is dit wel een reis van tegenstellingen, meer een land of gebied met tegenstellingen en wat opvallende kenmerken.
De aanwezigheid van internet is opvallend. Tsjechië staat nou niet bekend als een van de meest welvarende landen ter wereld. De belangrijkste exportproducten zijn Pilsener Urquell en Skoda. Deze twee bedrijven spnsoeren gewoon praktisch het hele land. Vooral het Skoda logo kom je overal tegen. Waar dat in 1999 voornamelijk op de oude 'Favorit' prijkte, zijn die tegenwoordig voor een groot deel vervangen door de nieuwe(re) Ovtavia's en Fabia's. Dan mis je toch echt die nieuwe Swift van Suzuki; de goed gelukte versie van de laatste Fabia. Het logo van het merk vind je echter ook op het ijs bij ijshockeywedstrijden, maar zelfs ook op de pakken van de kinderen die skiles hebben hier.
Die skiles, het wintersporten op zich, is natuurlijk opvallend in een niet zo'n rijk land. Het is een dure, niet noodzakelijke manier om de rijd door te komen. Vanuit Nederland komen, volgens mij, toch wel de mensen voor wie Oostenrijk en Frankrijk deze week te duur zijn. Zoals wij! Je ziet veel gezinnen, erg veel gezinnen met jonge kinderen, eigenlijk alleen maar gezinnen met jonge kinderen. Studenten, jonge professionals en scholieren zal je hier mondjesmaat aantreffen. Waar zijn die? Wanneer skiën zij? Je vraagt het je af. Ik weer het niet. Ze zijn niet hier, maar hun afwezigheud zorgt er wel voor dat wij deze week op tijd op bed liggen, niet veel drinken en veel internetten. We komen thuis klappen de laptops open en volgens vanaf hier hoe het kabinet valt. Alleen maar omdat de PvdA voor het eerst in 20 jaar wel voet bij stuk dreigt te houden. Ook zo benieuwd naar het excuus dat ze gaan geven als we toch in Afghanistan blijven? Het zal weer mooi lulkoek worden, waar voornamelijk de PvdA onder zal lijden.
Het tegenstrijdige zit 'm in de volgende zaken: er is wintersport, ondanks dat Tsjechen er zelf beperkte financiële middelen voor hebben. Ze zijn slim genoeg om het toeristisch uit te buiten, want die Nderlanders vinden alles hier zo lekker goedkoop. Ze bieden de mogelijkheid aan, maar lang niet op het niveau van Oostenrijk of Frankrijk. Het zit 'm in grote en kleine dingen. De grote: dat kan letterlijk opgevat worden. De grootte van de skigebieden is beperkt, de lengte van de pistes is af en toe teleurstellend en het formaat van de restaurants op de piste is goed als knus te bestempelen. Het komt er op neer dat de capaciteit van de hotels niet echt overeenkomt met de capaciteit van de pistes en in het bijzonder de liften naar de grotere blauwe en rode pistes. Er zijn bedden genoeg, zo lijkt het in ieder geval als je de woensdag voor vertrek nog een kamer als deze kunt reserveren, maar je moet wel een kwartier voor een rij voor de lift uit trekken.
Het verschil zit ook in kleine luxe dingen. De skipassen zijn hier nog van het systeem van parkeergaragekaarten. Je moet ze in een apparaat doen en er weer uit trekken en opbergen. In Frankrijk en Oostenrijk rits je zo'n ding in je mouw, die haal je langs het poortje en je tippelt verder met je plank aan je voeten. Als je dan in de lift zit en het wordt koud, dan kan je in de Alpen een kap over de stoeltjes heen trekken tegen de snijdende ijskoude wind. Dat kan hier niet. Je hangt zonder te bewegen stil in de wind. Het is niet erg, maar wel een verschil voor de over het algemeen verwende wintersporter.
Al met al is Tsjechië een mooi land om te wintersporten gebleken, met erg goede sneeuw en nette pistes voor relatief weinig geld. Mensen die al 'ingeburgerd' zijn de Alpen, zullen zich wel even achter de oren krabben als ze na een kwartiertje al onderaan de langste piste staan te wachten in een rij van minimaal 10 minuten. Mocht je deze frustratie willen weg drinken in een goede apres-ski hut onder aan de piste, dan moet ik je bij deze teleurstellen. Voor een tent als de Dampfkessel in Flachau is in Rokytnice nad Jizerou nog geen plaats of publiek.

One missing peace

Natuurlijk allemaal leuk en aardig, die wintersport met die Tilbo’s, maar er miste iets. Er was een onbevredigd gevoel van iets dat er wel bij hoort, maar toch ontbreekt. Gisteren was het voor mij al een klein beetje mogelijk om hieraan te mogen sniffelen, maar het was kort en vaag.
Vandaag mocht ik al vroeg boven de wolken uit komen. Na een erg lang kwartier wachten voor een skilift, werd ik met een stel Tsjechen omhoog getakeld. En koud dat dat is, koud! Niet gezellig. Het waait nogal hard op het laatste stuk, waardoor de gevoel temperatuur een flinke duik terug het dal in neemt. Maar dit kleine leed zou snel worden goed gemaakt. De lift uit strompelend zie je nog niets, maar je bindt je plank vast, kijkt op en ziet... Een prachtig uitzicht! Het was echt adembenemend en met mij stonden nog tientallen mensen ervan te genieten, en foto’s te maken natuurlijk. Dit aanzicht was het wel waard om op de gevoelig chip vastgelegd te worden. Zie het volgende plaatje voor je, wellicht bekend uit het vliegtuig: je kijkt richting de zon en het licht van de zon wordt weerkaatst aan de bovenkant van een wolkendek. Het wolkendek rijkt tot zo ver je kunt kijken. Op die manier kom je er ook achter dat je op de hoogste berg in de omgeving staat. Dat is leuk.
Bijkomend voordeel van zoveel zonlicht is natuurlijk, naast het feit dat je lichaam vitamine D aanmaakt, dat je bruin wordt. Eerst rood natuurlijk, want langleve de hydrocortisonzalf, wordt mijn huid erg snel rood. Zo kan het dat ik er weer uit zie als een lucifer op het moment dat ik mezelf in de badkamerspiegel bekijk: een helemaal wit stengeltje, nou ok, biels beschrijft het beter, met een rode kop daarop. Gelijk een lucifer. Dit is toch wel een betere manier om te laten zien dat je op wintersport bent geweest dan het breken van ledematen. Eens kijken hoe dat de komende dagen allemaal gaat lopen.

dinsdag 16 februari 2010

WhyFi

Ben je op vakantie ga je zo ontzettend zitten bloggen en internetten. Wat is dat? Waarom? En hoe? Bij deze de antwoorden.
Sam, Sjors en ik zijn semi-techy’s. Niet semi-Tsjechisch, maar we hebben gewoon allemaal wel iets met techniek, internet en computer. Zeker Sam, als zojuist afgestudeerd informaticamannetje. Voor het werk en voor de lol zijn laptops en iPhones/iPod meegenomen. In onze fijne hostelworld.com jeugdherberg hangen twee draadloze netwerken die lekker werken. Dan ga je online en praat je wat over bloggen, twitter, buzz en wie weet al wat voor technisch geneuzel nog meer.
De eerste avond vond ik het leuk om een stukje te typen, dus op het moment dat blogs ter sprake kwamen, opperde ik dat. Sjors en Sam zeiden daarop: ‘Ga bloggen op wordpress’. Dus zo gezegd, zo gedaan. Account gemaakt, app voor iPhone geinstalleerd en gepost. Maar... Het kan ook bij blogger van Google, wat gewoon blogspot.com is. Daar dus hetzelfde blog geupload.
‘Ja, en weet je wat dan nog meer kan? Je kunt een Rss-feed op je hyves zetten, dan laadt hyves dat direct in je hyve-blog, dat is leuk.’
Waarom? ‘Omdat het kan!’
Nu zijn er nog wat dingen voorgevallen of me opgevallen die ik het beschrijven waard vond. Wat is er dan fijner om dat te schrijven als je zit bij te komen van een heerlijke dag in de bijzonder goede Tsjechische sneeuw. We eten wat, praten wat, bespreken wat we gaan doen en zitten te klieren op internetten. Zo kan het dat er in een uurtje tijd 4 blogs toegevoegd worden. Dat is gewoon even prettig. Dingen snel van je afschrijven, op een leuke manier. Ik hoop dat u er van geniet beste lezer.
Hier wordt er reeds de draak mee gestoken.
‘Hmm Michel, wat een mooie sneeuwpoppen, schrijf daar een blog over’. ‘Kijk wat een ijspegels! Iets om te bloggen?’ Of ‘Hee, ik gleed bijna uit, niet over schrijven he?’
Bij dit alles wil ik even de opmerking maken dat ik verhalen een beetje aan dik, om ze op papier beter over te laten komen. Ik ben gewoon op reis met twee ontzettend gezellige relaxte gasten. Ik geniet en ben er heel blij mee. Daar gaat het om.

Sam's Massage

Sam gaat een massage nemen. Al dagen leeft hij ernaar toe. ‘Vanavond ga ik even me lekker laten masseren, let maar op. Ik doe het gewoon. Lekker die spierpijn er uit.’ Nu heeft hij dit twee avonden volgehouden, maar nu moet het er echt van komen. Sjors en ik zijn aan het spelen op onze computers, Sam verveelt zich en heeft gisteren tegen de videocamera gezegd dat hij vandaag echt een massage ging nemen.
Vol goede moed schreed Sam naar de receptie. Met geld op zak ging hij zich even flink uit laten knijpen. Teleurgesteld kwam hij terug: ‘ik kan pas over een half uur terecht, vinden jullie dat goed gezien het eten?’. ‘Hmm hm, was ons volmondige antwoord.’
‘Ik ben benieuwd wat het gaat worden zo’, zegt Sam. ‘Ik vind het wel spannend. Wie weet waar ik door gemasseerd ga worden. Een kerel of een vrouw. Ik hoop dat het die lekkere van beneden is. Het zal die kerel wel zijn met die tattoo’s. Ha ha.’ En zo ratelt hij nog even door. Hij vindt het echt spannend, maar stuit op twee kerels die ontzettend met hun beeldschermen bezig zijn. De arme jongen. Hij ligt nu op tafel. We keep you posted!

Eten in Tsjechië

‘Oooh’ of ‘Aaaa’ of ‘Oei’, natuurlijk. Dat is wat hier in Rokytnice nad Jizerou de klok slaat. Nog steeds wordt elk kwartier een update gegeven over de conditie van de spieren van Sjors en Sam. En ik kan u vertellen beste lezers en lezeressen, dat is niet zo best, als ik het gekreun moet geloven. ‘Ik voel spieren waarvan ik nog niet eens wist dat ik ze had’. Dat is natuurlijk een bekende kreet, maar ook hier kwam de frase net voorbij. Sjors vereffent met mij wat openstaande rekeningen. Er zijn tijden geweest dat ik me schuldig voelde over hoeveel ik kan zeuren op het Newmancollege. Dat is nu een stuk minder, nu ik deskundige ben op het gebied van Sjors’ staartbeen. Menig homo zal mij benijden, maar ik krijg mijn informatie op een andere manier dan u nu denkt, beste lezer.
Al kreunend en steunend hebben we ons al twee avonden naar de avond maaltijd begeven. Eten is toch wel een apart verhaal deze reis. De discussies over wat en waar we eten zijn kort. Dat is het fijne van reizen met mannen. Dat merk ik deze weer. Beslissingen worden sneller genomen en iedereen gaat er zonder morren mee accoord. Ik wil niet zeggen dat er een wereld voor me open gaat, maar ik heb veel tijd over deze reis.
De eerste avond zijn we in ons semi-best-wel-luxe-budget-hotel gebleven. Alwaar ze gewoon een A la Carte ding hadden. En dat voor een jeugdherberg van hostelworld.com. Daar had ik in 2008 in New York toch niet over moeten beginnen, dan was ik direct straatarm geweest en zat ik dit nu te typen op een wegwerp Windows XP machine. Sjors was echt heel erg moe. Hoe moe? Echt onzettend heel erg moe. Eigenlijk te moe om te eten. Zo moe. Met moeite weet hij wel de beste keuze voor ons drieën te maken: uiensoep, worst en een beetje friet. Dat maakt het converseren met de serveerder voor Sam en mij wel erg gemakkelijk: ‘ich auch, bitte’.
Al snel komt de worst en ‘vallen we aan’. Dit is wel een aanval waar de worst zeker niet bang van wordt. Sjors krijgt het echt niet weg. Ik weet niet wat ik zie. Alle energie die hij in zich heeft, gebruikt hij om te kauwen. Dit gaat dus langzaam en moeizaam. Het toetje laten we zitten. Om 19.00 uur snurkt Sjors, Sam volgt enkele minuten later. Ik kijk T1a na en type nog eens een stukje. Benieuwd wat? Kijk op http://micheldevalk.blogspot.com (inderdaad, dat heb je waarschijnlijk bij deze gedaan).
In de ochtend is het van hetzelfde laken een pak: zonder thee eet Sjors moeizaam. Met lange tanden kauwt hij zijn broodjes weg. Hij doet echt zijn best, maar sneller kan het niet. Het is niet vies, het gaat er gewoon moeilijk in. Nu is zijn lichaam ook zo dat je dat gemakkelijk geloofd. Als hij zegt dat het er niet in past, dan geloof je de jongen gelijk.
Dan Sam. Dat is van een heel ander laken een pak. Ondanks zijn Brabantse roots, doet hij erg Hollands: ‘ik heb er voor betaald, dus ik zal er zo veel mogelijk van nemen ook’. En hij voegt de daad bij het woord. Het ontbijt buffet begint bij een draaiplateau met kwark/yoghurt en allemaal bakken met dingen die je daar in kan doen aan cereals. Vervolgens komen de broodjes, eieren, het beleg en de koffie en een glas melk. Hij presteert daarbij om alles in een keer mee te nemen, maar schroomt niet om nog een keer te lopen. Met de borst vooruit, want zo loopt Sam. Let maar op, als je hem ziet lopen: met de borst vooruit.
Ik ga voor de gulden middenweg. Als we dan gaan zitten, zit Sjors al even te kauwen op zijn brood. Sam valt aan. Waar de worst van de eerste avond nog even te gaan had, zijn de broodjes al weg voordat Sjors zijn eerste slok thee heeft genomen. ‘Zo Sam, geniet jij maar even van je mayonais met hondebrokken’. ‘Hee, je begint te blaffen’. En zo begint de dag. Een mooi begin.
Als we terugkomen, dan is mijn eetmoment. Vlak voor vertrek had ik zin om te bakken. Gewoon zo’n onweerstaanbare zin om ‘iets’ te bakken. Maakt niet uit wat verder. Dus is er een heerlijke spinaziequiche ontstaan, maar ook, en vooral, een enorme bak koekjes. Deze koekjes komen voort uit een recept van Laura Bush voor heel veel koekjes. Zo heb ik ze ook gemaakt voor de leerlingen van havo 4 voor de kerst. Zaterdag heb ik ze ook ‘even’ willen bakken. Wat een hels karwei is dat. Vooral omdat de walnoten die er in zitten allemaal met de hand gekraakt moeten worden. In eens was daar de stress zaterdag: ik moest weg! De koekjes waren nog niet afgekoeld en nog zacht. Zo heb ik alles in een keer in een bak geworden. Die bak staat nu naast me, met een brok koek naast me. Tijdens het koelen is alles een geheel geworden. Erg lekker, maar ik ben de enige die er van eet. Cookie anyone?

maandag 15 februari 2010

Sneeuwpret met Sam en Sjors

De sneeuw op met die gasten! In Harrachov hebben we ons martelmateriaal gehaald, de auto staat er prachtig geparkeerd, dus in Harrachov worden de heren Tilbo's geïntroduceerd met de skipas, skilift, sneeuw, glijden en alles wat daarbij hoort. Dit had nogal voeten in aarde. Er is was koudwatervrees. Nu heb je dat al snel met sneeuw, maar nu was het toch moeilijker om de heren de piste op te krijgen. Het zou gekkenwerk zijn om zonder iets van training de berg op te gaan. De beste manier om te leren is toch: gewoon doen. Eerst de skilift in, die is al moeilijk, daarna er uit. Het uitzicht is super. De bomen zijn wit. Er ligt sneeuw, veel sneeuw en goede sneeuw. De vooruitzichten voor de week blijven goed. De skilift uit is moeilijker, maar wel te doen. Vervolgens gaan we voor het eerst de piste op. Mijn plank is licht en stijf. Dat lijkt prettig, maar in de bochten heb ik het moeilijk. De dag later blijkt dat ik een dikke mannen plank heb. Al het gewicht dat ik in de bochten kwijt kan, heb ik nodig om mooi de bocht door te komen. Zoals Daniel vooraf zei: ‘dan kan je even lekker je techniek oefenen’. Zeker met zo’n plank blijkt dat te kloppen.
Van Sam’s board gaat vandaag zijn eerste binding stuk. Dan is huren fijn: hij krijgt direct een nieuw board. Ook daarvan blijken de bindingen niet uit te blinken in betrouwbaarheid. De volgende dag breekt ook deze binding. In Harrachov begint het uitten van de angst voor spierpijn. De heren hebben nog niet veel gesnowboard, nooit eigenlijk en hier en daar wordt er gevallen. ‘Oioi oi, dit wordt spierpijn, morgen, ik voel het nu al.’
En inderdaad: dezelfde avond begint het al. Eigenlijk houdt het niet op: ‘oooh, dit doet pijt en als ik zo doe, dan voel ik het daar.’
‘Hee Sjors, heb jij dat ook, als je zo doet, dat je dat voelt in je rug?’
‘Even voe... Aaaaah, ja dus’.
Dat soort gesprekken worden er gevoerd. Aan de meeste gesprekken komt een einde, maar elk kwartier komt het onderwerp terug. Dan komen ze er achter dat er nog een spier is die ze voor het eerst in jaren gebruikt hebben. Bij elke beweging die er gemaakt wordt, voelen ze hun spieren en dat moet ook gedeeld worden. Het stuitje van Sjors is er heel erg zwaar aan toe. Sjors heeft meerdere malen zijn volle 36 kilogrammen op dat ene stuitje terecht laten komen. Dat ga je voelen. Tijdens het wachten op de bus, hebben we even een blik in de sportwinkel geworpen en daar hebben ze zowaar: broeken met daarin beschermingsmateriaal ter hoogte van de billen en het stuitje. Omdat het kwaad al geschied is, ziet Sjors af van deze wereld aankoop.
Alles bij elkaar zorgt ervoor dat we na de rit en het skiën helemaal kapot zijn. Onze wallen zijn te gebruiken voor als het nog eens hoog water wordt en de vermoeidheid is te voelen bij elke beweging die we maken. Tijdens het eten zitten klinkt er gezucht en gesteun. Om 19.00 liggen Sam en Sjors heel diep te slapen, bleek uit de geluiden.

Wintersport in Tsjechië

“Hee Sjors, ga jij mee op wintersport met me in de carnavalsvakantie? Ik verwacht het eigenlijk niet, gezien de carnaval, maar je kunt niet zeggen dat ik het niet gevraagd heb”. Zo begon het avontuur en nu nog is het moeilijk te geloven dat het toch allemaal gelukt is.
“Ik heb nog nooit gewintersport, maar het lijkt me wel erg leuk. Ja, dat gaan we doen!”. Dat was de reactie en het plan was geboren. Na een ‘uitdagende’ week met Vinea in de kerstvakantie, was ik wel toe aan een week wintersport zonder deelnemers en eigenlijk ook wel zonder medereisleidsters, met alle gevolgen van dien. Lekker met de mannen op stap. Er waren alleen wat voorwaarden waar de reis aan moest voldoen:
In de duurste week van het jaar, moest het niet te ver boven de 500 euro uit gaan komen. Op Jiba.nl en Sunweb.nl kan dat op papier wel, maar in de praktijk blijkt het niet haalbaar om voor dit geld ergens te slapen, er naartoe te reizen, materiaal te huren en een skipas te krijgen. Ten tweede moest mijn pols in orde zijn. Op de laatste dag van 2009 brak deze door een knullige val door slechte concentratie.
Alleen als aan deze twee voorwaarden kon worden voldaan, ging het plan ook echt door. Het gips ging vrij laat van mijn pols, maar mooie Last-minutes deden zich nog niet voor op internet. Met meer mensen op reis gaan, zou de prijs wel drukken, maar de een moest Olympische Spelen kijken, de ander kreeg geen vrij van haar werk, dus bleven we met drie mannen over: mijn natuur en techniek collega Sjors ‘the Vlem’ Vlemmings en Sam ‘het mannetje’ Nouwens en ik, Michel ‘Valkie’ de Valk.
Pas in de week voor vertrek werden de plannen gesmeed. Tsjechie, dat is goedkoop. Daar gaan we naartoe. Maar daar zijn wel winterbanden voor nodig. Er is verder ook geen reisorganisatie die een beetje degelijk reizen aanbied naar Tsjechie. De volgende dingen moesten dus nog geregeld worden 4 dagen voor vertrek: winterbanden, skipassen, een hotel/pension/jeugdherberg en materiaal. Dit is gelukt. Dat allemaal via internet, daarover later meer. Technologie werkt bijna altijd goed, maar toch wisselend.
Sam gaf groen ligt. Sjors ook. Mijn arm was goed genoeg, dus: it gaet on! Het hotel regelen via Big-foot reizen kon niet. Het bedrijf is bang om geld te verdienen konden geen kamer regelen. Op hostelworld.com kan dat wel. Goed, snel en betrouwbaar. Intussen waren op marktplaats.nl winterbanden gevonden in Nijmegen en op snowrental.net het materiaal gehuurd voor een derde van wat je er in Frankrijk of Oostenrijk voor betaald.
Dit is de virtuele kant van het verhaal dat voor Sjors en mij eenvoudig op school en op internet te regelen viel. Een Mastercard en wat enthousiasme doen wonderen. Wat betekent dit in de praktijk? Eerst Bigfoot die ons niet kan helpen. Hostelworld.com gelukkig wel. Dit gaat heel erg probleemloos. We komen binnen, geven onze namen, het kenteken van de auto, er wordt een kopie van de paspoorten gemaakt en hoppa: kamer 111 is de onze. En wat voor een kamer: douche, ruimte, 4 bedden, een toilet, lampen, netjes opgeruimd en dat voor geen 20 euro/nacht. Hostelworld regelt het goed.
Dan Marktplaats. Marktplaats brengt Sjors in contact met een man in Nijmegen die van de arbo niet mag werken, dat wel wil en een handeltje in nieuwe en tweedehands banden heeft. Ik moest toch in Arnhem zijn, dus ik rijd naar de beste man toe. De man heeft net een kinderfeestje achter de rug. Dochterlief wordt zes en heeft net haar drukste dertien vriendinnen uitgenodigd. De man is vriendelijk en helpt me aan 4 Fulda banden met minimaal 6 mm profiel en dat op banden van 135 mm breed. Wat wil je nog meer? Ze passen alle vier bij mijn mountainbike achter in mijn Daihatsu, waar deze banden eigenlijk ook best goed onder passen. Ik rijd weg en zie dat een pak sneeuw van ongeveer 5 centimeter de weg bedekt. Auto’s rijden langzaam, er staan lange files voor stoplichten en als ze op groen gaan kom ik niet weg. Dit gaat niet werken. Ik laat de auto in Nijmegen achter, bij de universiteit. In mijn bagageruimte ligt mijn mountainbike. Die brengt mij naar Nijmegen Centraal station, vanwaar ik de trein naar Arnhem pak. Daar ga ik naar autotechniek en Marja. Pas donderdag om 8.35 ben ik weer op school in Breda.
Het is pas vrijdag als ik de auto, met banden en een linker voordeur die niet op slot zat op haal. Nu ik meer op mijn gemak in Nijmegen ben, mis ik het. Wat een fijne stad is dat toch. Sjors haalt de banden zaterdag en ze zitten er op tijd onder.
We spreken af rond 21.00 uur te gaan rijden. Om 21.50 rijden we de A58 op. We zijn los. Maar niet zo los als gehoopt. Het begint op de grens te sneeuwen. De sneeuw wordt heviger en heviger. We laten de snelheid erg ver terug zakken. We willen wel snel op de plaats van bestemming aankomen, maar vooral veilig. De snelweg is lastig te bereiden, maar het wordt erger. De snelweg is afgesloten. We moeten zigzaggen op zoek naar de oprit waar de afsluiting eindigt. Na 2 uur zoeken, zigzaggen en lastigvallen van carnavallende dames in korte broeken met daaronder een stel puike benen, rijd ik over een N-weg naar Kassel waar we de snelweg weer op kunnen. Langzaam gaat de snelheid omhoog. Tot we in de ochtend de Poolse grens over gaan. Waarom we daar tientallen, wellicht honderden politiebusjes tegenkomen, zal nog lang een raadsel blijven.
Polen is voor ons drieën nieuw, dus retefascinerend, maar oud en uitgestorven. Hoe dichter we bij Tsjechië komen, hoe harder de wintersportkriebels beginnen te jeuken. Sneeuw, skikoffers en langlaufers all over the place. Het uitzicht, de bergen met sneeuw, is prachtig.
We kunnen niet wachten tot we de berg op kunnen. Maar na het inchecken bij het hotel, een lekkere Tsjechische lunch en een tochtje naar Harrachov, moeten we eerst materiaal halen. Dit gaat niet zo makkelijk als verwacht. Wij kunnen heel makkelijk op internet reserveren en betalen, maar Tsjechen zijn daar nog niet helemaal klaar voor. De overjarige mopperende versie van Benne Jolink snapt er niets van, spreekt louter Tsjechisch en komt er pas laat achter dat onze e-mail met betalingsbevestiging gewoon op het stapeltje ligt.
Op de piste blijken de boards en schoenen van een kwaliteit die de lage prijs van de huur meer dan rechtvaardigd. Het kostte ons een derde van wat men in Oostenrijk of Frankrijk voor materiaalhuur kwijt is, maar de kwaliteit is prima. Het ziet er niet uit en is niet heel scherp, het zijn stijve planken met degelijke bindingen en een aardige laag wax. Hier gaan we een prima week op beleven. Dit blijkt als we de eerste twee hellingen bestormen...