dinsdag 30 maart 2010

Goedemiddag meneer

Je zorgt zo goed mogelijk voor ze: je deelnemers. Ze zijn op reis. Hun ouders hebben ze aan je toevertrouwd, hun meest waardevolle bezit: de kinderen. Bang voor een slechte naam en gedoe achteraf voel je de druk van hoofdkantoor. Je bent zo ontzettend zuinig op die kinderen of pubers, hoe vervelend ze het ook vinden.
Je hangt met ze aan een rotswand van meerdere tientallen meters hoog. Ergens hoorde ik hoogtecijfer van meer dan 200 meter genoemd worden. Nu zal dat best kunnen, maar dan niet loodrecht naar beneden. Dit spelletje, of deze sport, wordt Via Ferrata genoemd. Ijzeren weg. Er is een eind staaldraad door een groot aantal ogen aan een rotswand bevestigd. Aan deze staaldraad gaan de deelnemers gezekerd omhoog. Ze zijn altijd gezekerd met minimaal 1 carabiner. Maar stel je eens voor dat zo’n flapdrol even stoer wilt doen.
‘Kijk jongens! Zonder zekering!’, schreeuwt hij tegen de wind in.
En het waait hard op zo’n berg, de lucht trekt tussen een nauwe kloof tussen twee bergen door. Daar waait het hard.
Een windvlaag. Hij wordt gegrepen door de wind. Nog moe van een nacht met een overloop pogingen reageert de beste jongen te laat. Hij staat op een klein richeltje. Te klein om stevig te staan en zeker te klein om een stap bij te zetten als je uit balans bent. Hij valt. En blijft vallen. WHAAAA!!! Dat is de kreet die je slaakt op het moment dat je weer wakker schrikt. Deelnemers krijgen goede instructie van nog betere instructeurs, echter zo’n doemscenario laat je steeds schrikken. Natuurlijk mopperen we tegen die kinderen, maar wel voor hun eigen best wil. Stel je voor!




Het gebeurt namelijk vaak genoeg dat je als reisleider ouders moet bellen.
‘Goedemiddag meneer van Erven tot Oudewater, uw zoon Floris-Olivier heeft een snee op zijn been en moet gehecht worden’ of ‘ja, mevrouw van Opheusden-Janszoon, uw dochter heeft gisteren stiekem een glaasje te veel gedronken, ze kan nu niet mee op skisafari’.
Dat zijn de gesprekken waar je aan went. Wat ik alleen altijd vergeten ben, is dat het ook met mezelf kan gebeuren. Ook ik kan in moment van zwakte, me vergeten te zekeren. Het zou zomaar kunnen dat ik met mijn hoofd zit bij de boodschappen of de medicijnen voor die ene deelnemer die ik nog moet halen. Of je wordt afgeleid door een medereisleidster. Ik spreek natuurlijk niet uit ervaring, maar het zou zomaar kunnen gebeuren. Me dunkt.
Tot afgelopen winter. Oudjaarsdag 2009. Het volgende gesprek:
‘Goedenmiddag meneer de Valk, met Michel de Valk van Vinea vakanties spreekt u. Uw zoon heeft waarschijnlijk zijn pols gebroken en zit nu in het ziekenhuis...’
‘Hallo! Hallo! Jongen? Jongen! Hallo, ik ben het hoor’, hoor ik verontrust aan de andere kant. ‘Hallo? Gaat dit wel goed?’
‘Ja, de V. We wachten momenteel met drie leerlingen van een andere groep kinderen uit Nederland op een behandeling in het ziekenhuis. Het is alleen wat druk. Maar dan weet je het. Zeg je het ook even tegen mama? Ik bel wel als ik hier klaar ben.’
Je staat er vaak niet bij stil, maar mensen met een verzorgend of leidinggevend beroep zijn vaak bezorgder om anderen dan om zichzelf. Ok. Voortaan zal ik ook beter op mezelf letten.


dinsdag 23 maart 2010

EN JUMP 2, 3, 4!!

Pompende beats! De heetste hits! Ze schateren door de radio van het sportcentrum waar je staat. De bootcamp instructor staat vooraan en schreeuwt door het microfoontje dat aan zijn oor geknoopt zit. Narcistisch als gemiddeld lesgevend personeel is, wil ook deze persoon zich terug horen.
‘En jump, 2, 3, 4!!’
‘Links, 6, 7, 8’
De groep, voornamelijk dames werkt zich werkelijk in het zweet. Als het niet is om hier en daar een calorietje te verbranden, dan is het wel om indruk te maken op die lekkere gespierde vent die vooraan staat.
‘SNELLERRRR!!!!’
‘Ja, pffff, ik kan niet meer...’ Je hoort het ze denken.
Maar dan is er de muziek. Jaren ’80 hits vakkundig verkracht door DJ onkie donkey. Resident DJ van deze sportclub. Sommige sportclubs zullen vast echte DJ’s en hete hits in huis hebben. De opzwepende muziek helpt de dames echter tot grotere hoogte.
Dat zie je vaker. Muziek pompt je op. Je hebt in eens energie. Waar het vandaan komt? Je weet het niet. Je bent er van overtuigd dat je een zware dag hebt gehad op je werk en eigenlijk uitgeput bent. Je sport omdat je weet dat het goed is of nodig. Je sport om je goede voornemen een keer langer dan twee dagen/weken/maanden* te laten slagen. Het moet. Door die muziek gaat het weer! Je hebt energie! Je gaat ervoor!
‘Ik? Moe? Whahaaaaa!!!! Daar ga ik!!!’
Dat doet pompende hete muziek met je. Niet alleen in de sportzaal. Er zijn ook cassettebandjes verkrijgbaar voor in je walkman... Euuhmm, even vooruitspoelen: er zijn podcasts of Mp3’s verkrijgbaar met daarop een dame die inspreekt hoe je moet gaan hardlopen. Deze dame spreekt inderdaad ook navigatiesystemen in, maar wilde meer uren werken en is gaan bijbeunen.
‘We beginnen vandaag rustig, jog nu tot aan de eerst volgende dikke berkenboom’, alsof iedereen ‘s avonds in het half donker een berk van een beuk kan onderscheiden!
‘Voor op de achtergrond heb ik passende muziek’. En er volgende gemakkelijk in het gehoor liggende dans klanken van recente top 40 hits. En je loopt. Je loopt! Wie had dat gedacht? Muziek maakt het mogelijk.
In dit tijdperk van oordopjes heeft iedereen die maar een beetje in beweging is, muziek bij zich. Als
je aan het fietsen bent, op de crosstrainer, joggend, met of zonder Vlaamse mevrouw. De meest beluisterde ‘sportmuziek’ zullen opzwepende nummers zijn. Een dik aangezette baslijn, een makkelijk melodietje en zenuwachtige hi-hat en en gepitchte zangeres. Hele bevolkingsgroepen zijn er slank mee geworden. Eerst sterk van de pindakaas, later slank met een ander belangrijk exportproduct: Dance muziek.
Zelf heb ik natuurlijk ook dat soort muziek tijdens het sporten op. Een rondje skeeleren of hardlopen gaat verbazingwekkend soepel met Justice, Tiesto of Faithless op de oortjes. Maar het is niet altijd een dancefeest.
Het moet een vreemde gewaarwording zijn, als de muziek die ik soms op mijn oordoppen heb in het openbaar gedraaid zou worden. Een uur lang kan ik op de ergometer (=indoor roei unit) zitten en een behoorlijke vrituele snelheid bereiken. Deze houd ik dan ook nog eens lang vol. Je trekt de plug uit mijn mp3 spelertje, sluit er een stel grote boxen op aan, en wat hoor je: ‘A whole new world!!!’, ‘Beauty and the beast’ of een ander Disney nummer. Wat te denken van ‘Fernando’ of ‘Chiqiutita’ van Abba? Hi-donders-larisch en ik zal me ervoor misschien voor moeten schamen, maar het luistert zo lekker weg en om nou moeilijke zwaardere muziek te draaien, dat werkt ook niet.
What the dinges, is het nodig dat ik me hiervoor verantwoord?
Maar toch, hoe zou het zijn als anderen mij helemaal het maximale uit mezelf zien halen en je op de achtergrond zo’n Zweeds koortje hoort:
‘Can you hear the drums Fernando?’

Hij wel! Zie ‘m gaan! Doenk doenk, 3, 4!!!

dinsdag 16 maart 2010

Je komt er niet uit

Hmmm. Lekker warm. En je draait je nog een keer om. Hoe laat het is? Geen idee. Het is ongeveer net voor je wekker gaat. Heel langzaam word je wakker. Helemaal ontspannen. Je hebt zo een fijn gevoel. Zo prettig. Helemaal ontspannen en vrolijk, rustig en gelukkig. Wat is er gebeurd? Hoe kan dat? Je hebt waarschijnlijk gedroomd. Eerst heel diep geslapen en daarna heb je gedroomd. Iets leuks. Dat moet wel, als je merkt hoe je je nu voelt. Of juist niet. Dat je blij bent dat je wakker bent. Aniehoe. Een fijn gevoel en je bent net wakker. Je moet er uit, maar je komt er niet uit.
Het bed uit, je daalt de trap af en begint je ochtendritueel. Samen met je porseleinen vriend neem je het nieuws van de dag door, smeert brood, kleed je aan en gaat maar weer eens naar je werk. Tijdens het ritueel merkte je het al en nu je buiten komt, weet je het zeker. Je komt er niet uit.
Dan kom je op je werk, in dit geval: school. In de anderhalf uur dat je wakker bent, heb je nog niemand gesproken. Je weet niet eens of je stem het wel doet vandaag. Naar de huisgenoten heb je alleen maar goedemorgen gebromd. Dat is voldoende voor dat moment. Nu gaat het om het echte. Er zijn 48 ogen op je gericht. Je wilt de les beginnen, je moet wat zeggen. Je komt er niet uit.
‘Ik heb over je gedroomd’, zeg je in de pauze tegen je collega. Flarden van een droom komen terug. Wellicht heb je meerdere dingen gedroomd die nacht, wellicht niet. Maar dit deel kun je je herinneren. Er klopt helemaal niets van! Je collega was in je droom op een plek waar jij vroeger dagelijks kwam, maar waar hij nooit geweest is. Hij was toen jouw leraar. In je droom vertelde hij dat jij in jouw middelbare schooltijd bleef zitten in de vijfde. Dat voelt goed. Zo raar! Waar komt dat vandaan? Waar komen dromen vandaan? Wat heb je nog meer gedroomd? Waarom kan je je dat niet meer herinneren en dit wel? Je komt er niet uit!
Aan het einde van de dag ben je alweer moe. Achter de computer borrelt een dagdroom op. Je droomt van vanmorgen. Je bed. Lekker warm. Hmmm, als je daar weer eens zou kunnen zijn, dat zou mooi zijn. Thuis lijkt het even of je er uit komt. Wat frisse buitenlucht, wat eten en een momentje voor je uit staren doen wonderen. Het werkt je bent er bijna uit.
Bijna. Net niet helemaal. Eigenlijk ben je er de hele dag niet uit geweest. Je bent wel wakker geweest, maar het voelt niet alsof je vandaag echt wakker bent geworden. Het was een dag van dagdromen. Na genieten van je droom, van de fijne nachtrust die je gehad hebt. Het was ook een dag van worstelen met de wereld. Want ondanks dat jij de hele dag in de relax-mode heb gestaan en je terug dacht aan het fijne gevoel van je droom, ging de wereld gewoon door. Hoe durven ze! Niemand houdt rekening met je state of mind! Aan het einde van de dag ben je er uit! Je bent er uit: je gaat gewoon terug je bed in...
Welterusten!

vrijdag 5 maart 2010

Dag! Plons!

...Gekke kikker. Want hij is de eerste die je ziet als je weer boven water bent. Boven water? Wie gaat er nou met dit weer buiten zwemmen? Goede vraag. Het was de bedoeling dat we weer gingen roeien. Huub had een schouderblessure en ik een gebroken pols, beiden last van de koude, maar nu kon het weer. Dapper haastten wij ons de boot in, het dreigde te gaan regenen, dus enige spoed was wel noodzakelijk.
Zo snel als onze ongetrainde en gehavende lichamen het aankonden, roeiden we naar de haven in Terheijden. Daar zouden we oversteken en alweer terug gaan. De kou zorgde ervoor dat we niet helemaal bij de pinken waren. Eerlijk gezegd deed geen van onze vingers lekker mee. Zo kan het dat je gegrepen wordt door een golf en de wind. De riemen waren verkeerd in het water...
‘OW Huub!!’, gil ik. Ik gleed van de boot af. Dat is het moment dat je eigenlijk zo lang mogelijk wilt uitstellen, maar je weet dat het verkeerd gaat.
‘What the fuck’, denk je. ‘Daar gaan we, weet ik ook weer hoe dat voelt’.
En hoppa: zwemles. Daar gaan we. Huubs hartrimtestoornismeter in een keer naar de filistijnen, ik enorm geschrokken. Boot beetpakken en zwemmen maar. Dat is ver hoor. 10 meter zwemmen is dan in eens heel veel. Het was koud, koud!! Alle clichés worden waar. Al sta je echt niet stil bij het formaat, op het moment dat je geschrokken naar de kant zwemt. Had ik al gezegd dat het koud was? Om mezelf warm te houden en omdat ik nog de enige was die kon roeien, ben ik in mijn eentje zo snel mogellijk, maar ook zo veilig mogelijk teruggeroeid. Mijn maatje hield de boot recht, trillend en wel. Niet alleen het roeien kon hij schudden. De hele boot schudde mee.
‘Bedankt ma, bedankt’. Zei ooit eens een dochter tegen haar moeder op een zijrivier van de Dordogne (F). Het zwaar puberende meisje stapte aan de verkeerde kant van de huurkano uit en ging kopje onder. Dat kon er nog wel bij nadat ze de hele route al mopperde. Mijn goede vriend Sven en ik hadden dit gadegeslagen en konden een bulderende glimlach niet onderdrukken op het moment dat het meisje weer boven water kwam. ‘Bedankt ma! Bedankt!’.
Zo’n moment was het vanmiddag. Gewoon lomp onderuit. Deze keer alleen niemand die ons uitlachte, of te hulp schoot. Dat was wel leuk geweest. Maar stiekem zijn Huub en ik best stoere mannen en hebben we het prima alleen gered. We zijn voor het leven geMARKeerd.

donderdag 4 maart 2010

klaar voor de start...

AF!
Daar zit ik dan. Een mond mét verstandskiezen, nog wel, een volle wachtkamer en een volle iPhone. Dat wordt dus bloggen. Daar gaan we. Even de vingers knakken, even surfen naar blogspot.com, even de appie app checken voor de soep van vanavond en daar gaan we dan!
‘meneer de Valk...’ Hoor ik roepen.
Nou, dat was het dan voor zo ver.
‘Daar gaat ie dan’, moet de kaakchirurg gedacht hebben.

maandag 1 maart 2010

Aan een fluwelen touwtje

Het was flink veel fietsen tijdens de middelbare schooltijd. ‘s Ochtends 8 km naar school, ‘s middags weer terug. Met de inlineskates onder de snelbinder weer 8 km naar een andere stad fietsen, om na het eten weer 12 km te maken naar de dansschool. Heel wat uren radio hebben mijn oren bereikt aan het einde van de jaren ’90. Wie heeft er geen herinneringen aan muziek? Vingers? Iemand? Dat bedoel ik. Je hebt altijd wel een liedje, album of fragment waarbij je even terug denkt aan een moment dat de herinnering en het geluid elkaar ontmoetten. Je zal het nummer toen al wel veel vaker gehoord hebben, of juist een lange tijd niet. Er hoeft nog geen herinnering bij te zitten. De herinnering en de muziek moeten elkaar tegen komen. Je kunt dat niet eens sturen, al zou je willen. Toch?
De herinneringen zijn niet eens heel bijzonder. Ik zit gewoon weer op de fiets. Terug van dansles of skaten. Buiten je walkman, jawel zo’n ouwe Sony met een cassettebandje (daar zijn ze weer), is het helemaal stil. Je geniet van frisse avondlucht die er in het voorjaar van ’98 vast wel een keer hing en fietst dapper door. Isabel is DJ van dienst en kondigt de muziek vol passie af. Dj’s met liefde voor muziek! Dat hielp 3fm uit het diepe dal van midden jaren ’90.
Muziek komt en gaat. Zo ook met de muziek van deze periode. Men zegt dat de muziek die je hoort rond je 16e, jouw muziek wordt, de muziek waar je het meeste mee hebt. We zullen zien. Ik ben er nog niet oud genoeg voor, vermoed ik, al was 90’s now dit weekend weer erg prettig. Soms zakken nummers of albums heel ver weg.
Tot dit weekend. iTunes is laatst helemaal leeg geweest en vult zich nu weer langzaam. De dag voor 90’s Now had ik er in eens zin in. Ik graaf in mijn verre cd-kast, blaas het stof van het hoesje, haal de cd’s (met bonus cd!) er uit en zet het album in iTunes. De grote hit van het album is een liedje waar je goed op kunt dansen. In de dansschool werd het een cha cha cha en op een dansvloer van een kroeg of iets dergelijks, hupst de plaat ook lekker mee. Dit weekend was ik weer even helemaal ‘Together Again’.
The Velvet Rope. Het laatste album van ‘de zus van’. Het laatste serieuze album van Janet Jackson uit 1998. Het lijkt vergeten. Net als de muziek van haar broer vergeten leek. Tot hij overleed. Nu duidelijk is dat hij zich niet meer vergrijpt aan kleine jongetjes, zijn kinderen over de rand van een balkon hangt, geld weg smijt en wil terugverdienen met te veel concerten en matige nieuwe albums, durven heel veel mensen te zeggen dat we fan zijn van Michael Jackson.
Vergeet zijn zus niet. Brak in de jaren ’80 door. Begin jaren ’90 kwam ze ook nog redelijk mee, maar het werd stil. In 1998 was het daar, the Velvet Rope, met samenwerkingen, remixen en erg relaxte nummers, die het erg goed doen in de slaapkamer, op de achtergrond. Dat heb ik me laten vertellen. Sommige van de nummers lenen zich echter ook goed voor wat danspasjes.
Het album staat nu in iTunes. Dat betekent tegenwoordig hetzelfde als dat je tien jaar geleden zei dat je het album hebt. Wellicht heb je het nog steeds. Je pakt het alleen niet meer, het staat toch al op de computer. Het staat in ieder geval weer klaar om van te genieten. Of in de slaapkamer of om op te dansen. Nice to know we’re Together Again.