dinsdag 20 juli 2010

Nieuwe plannen: een nieuw weblog. Micheldevalk.gaatverweg.nl!

Er zijn mensen die dit lezen. Het is in de tussentijd gebleken dat ik deze stukjes niet alleen voor mezelf schrijf. Veel mensen lezen het en beleven er plezier aan. Ik zeg: spread the word!! Hoe meer mensen het lezen, des te leuker vind ik het.

Maar nu. Op reis worden er foto's gemaakt. Er zijn meer functies nodig. Blogspot kan mij die niet bieden op de manier waarop ik het wil. Ik maak de overstap naar een concurrent: WordPress.

Vanaf morgen. Vanaf mijn vertrek naar China en misschien wel eerder, ben ik te volgen op http://micheldevalk.gaatverweg.nl.

Zegt het voort! Tot snel!

Bohemian Rapsody, Oudjaarsavond, een moment om terug te blikken

Hoe vaak wordt er niet teruggeblikt op Oudjaarsavond. Waar ik dit jaar stond te hossen in de Dampfkessel in Flachau, zaten velen onder begeleiding van een gezellig oer-Hollands televisieprogramma of cabaretier terug te kijken op het jaar dat op het punt stond afgesloten te worden. Zelf doe ik dat altijd aan het einde van het schooljaar/collegejaar. Zo lang ik in het onderwijs blijf ik dat doen. Dat is namelijk het moment om terug te kijken op een jaar dat in september begon. Wat je in juli en augustus doet, dat maakt eigenlijk weinig uit. Zeker als je Vinea draait. Dan kijk je eind augustus terug op een doldwaze zomer en kan het nieuwe schooljaar weer beginnen.
Wat een jaar was dit. Dit was het jaar waarin ik mijn pols brak. Bijna vergeten. Het jaar waarin ik na veel mopperen, heel veel mopperen en nog meer zeuren mijn eerste mentoraat kreeg. Het jaar begon in grote onvrede. Het jaar ervoor was zuur geëindigd en het nieuwe zou ondanks een flinke uitbreiding van mijn baan op dezelfde manier doorgaan. Hier moest iets gebeuren, dit kon niet langer. Hoe pak je dit aan? Je neemt een nieuwe zorgverzekeraar, die voor 4 euro in de maand heel erg veel meer vergoed en gaat eens flink shoppen bij haptotherapeuten, biotherapeuten, een psychotherapeut en nog veel meer fratsen. Je bouwt een warme band op met de apotheek en huisarts en neemt een deel van je zorg voor eigen rekening. Langzaam groei je dan naar het moment waarop je denkt: ‘nope, dit gaat echt niet verder zo, ik ben er eens weg van, ajuus’.
‘Wat dan wel?’ dat wordt de grote vraag. Die vraag behoeft nog geen eindpunt. Zoals een wijs man/vrouw mij recentelijk influisterde: ‘geluk is geen eindpunt, maar een richting, een weg waarop je loopt’. Het was een DJ die het zei, hij wilde eenlading dooddoeners noemen. Deze blijkt nu echter redelijk relevant, dus ik gooi ‘m er gewoon.
Het was het jaar waarin ik steeds beter ben gaan lesgeven door de lat lager in plaats van hoger te leggen. Het jaar waarin ik echt plezier beleefde aan het contact met leerlingen. Het jaar waarin ik meer afstand tot de leerlingen ervaar, maar ze desondanks wel aan me weet te binden. Het jaar, vooral, waarin alles om school draaide. Ik heb het gevoel gehad totaal geen privé leven te hebben. Alles wat ik thuis mee maakte, wist men op school. Of leerlingen of collega’s waren altijd op de hoogte. Breda stond voor mij bijna gelijk aan school, behalve bij mijn roeimaatje thuis. Erg gemengde gevoelens dus. Het ging steeds beter, als docent. Het sporten, sociale contacten en ontspanning blijven op een te laag niveau. Dit was het jaar waarin ik ervoor heb gekozen even lekker alleen maar voor mezelf bezig te zijn. Ik ga mij aan mezelf overlaten. We gaan eens kijken wat ik er van bak in Australië. Gelukkig eerst even een generale repetitie.
Hoor ik daar het einde van Bohemian Rapsody? Ja hoor! Een gong... Gelukkig Nieuwjaar voor iedereen die ook in schooljaren denkt!

De afscheidstournee

Het voelt als een soort van afscheidstournee. De laatste weken op het Newman gingen als een malle voorbij. Wat ging dat snel zeg. Het begon eigenlijk de week voor de week voor de proefwerkweek. Sindsdien had ik veel met mensen afgesproken. Elke avond was ik wel ergens te vinden, zowel binnen, maar vooral buiten Breda. Ik zie in korte tijd Arnhem, Amersfoort, Utrecht (frequent), Nieuwegein, Nijmegen, Zeist, Maastricht, Amsterdam en Rotterdam. De Daihatsu maakt bovengemiddeld veel kilometers en geeft er nu ook langzaam de brui aan. Wie weet wat ik moet doen tegen een 16 jaar oude Japanner die inhoudt? Hij gaat naar het mannetje in Austerlitz, die weet er raad mee.
Dan is het in eens CP-weekend van Vinea. Sindsdien is het echt allemaal heel snel gegaan. Het weekend zorgde voor een enorme afleiding van al het andere waar ik mee bezig was. Op de plaats waar ik dit schrijf, had een sprookje geschreven kunnen worden. Een sprookje voor drie weken, dat was aanvankelijk de bedoeling. Het lastige van sprookjes is echter dat ze eindigen met ‘nog lang en gelukkig’. Drie weken is niet lang, dus we kijken even hoe het de zomer door gaat.
In de tussentijd neem ik afscheid. Eerst van leerlingen, vervolgens van vrienden en collega’s. Het vergaat me wisselend. Afscheid nemen leer je bij Vinea. Je weet dat er een einde komt aan het contact dat je met mensen hebt. Niet bij iedereen is het moeilijk om afscheid te nemen. Het hoort er gewoon bij. Ik heb er bijna een jaar naar uitgekeken, dus als het dan zo ver is, valt het niet zo zwaar.
Bij vrienden is het echter moeilijk. Ik heb de mazzel dat ik soms grapjes kan maken, zodat ik met een grapje weg kan fietsen. Bij een afscheid kan je niet alles wat je voelt voor iemand in dat moment proppen. Dat is wat je het liefste wilt: dat de ander goed weet wat je voor hem of haar voelt. Woorden schieten tekort en andere manieren van contact zijn ongemakkelijk, ongepast of leiden er toe dat er flink gehuild wordt. Mijn hoofd is niet leuk om naar te kijken als er tranen uit komen, dus dat moment ga je dan maar even uit de weg.
Ik heb er maanden lang naar uit gekeken. Het is spannend en ik wist ook dat het eng ging worden. Je staat er pas bij stil op het moment dat je aan het inpakken bent. Vanmorgen pas realiseerde ik me hoe lang ik weg ga en hoe ver. En ik besefte me hoe lastig het is om mensen te bereiken als je zo ver weg bent. Het is echt een soort van eindig. Nee, leuk is het afscheid nemen niet. Hoe stoer je ook denkt te zijn en hoe vaak ik het ook gedaan heb bij Vinea, het is in sommige gevallen echt verrot. Degenen over wie dit gaat, weten dat ik hen erg ga missen.
Desondanks mag dat de pret niet drukken. Ik ga naar China! Met twee goede vrienden en een reisleidster die ik nog ken van mijn begindagen bij Vinea. Je weet wel, toen de lucht nog schoon was en sex vies. Toen men nog met guldens betaalde en ik net eindexamen had gedaan. Dit wordt een top reis! Dit wordt de ervaring van mijn leven. Maar wat te denken van Australië? Als ik daar in september naartoe ga. Er is een plannetje in de week gelegd om het enorm te maken. Wellicht is het bepalend voor de rest van mijn leven. Ik ga even een paar maanden flink genieten. Dat is het primaire doel en het belangrijkste wat mij tot april te doen staat.
Spannende gebeurtenissen zijn te volgen via Http://micheldevalk.gaatverweg.nl. Daarop staan de verhalen, foto’s en verwijzingen naar grotere hoeveelheden foto’s. Het wordt top jongens! Lees maar!

vrijdag 9 juli 2010

een verboden dag in de Efteling

Het mocht helemaal niet, wat ik nu aan het doen ben.
'wat gaan we met de klas voor leuks doen?', vroeg ik mijn mentorklas.
'de Efteling!!!', riep men in koor. Goed. Ik regel dat, want met een groep schoolkinderen is het lekker goedkoop en de leerlingen hebben een leuk samen zijn nodig. Nu ik dit schrijf, bedenk ik me dat dit ook de perfecte dag is voor pesterijen, misverstanden en andere dingen die slecht kunnen zijn voor de sfeer van een klas, maar de opzet is positief.
In mijn enthousiasme vertel ik het mijn collega en afdelingsleider.
'Dat kan helemaal niet', is zijn reactie. 'We hebben op school afgesproken om ouders niet op extra kosten te jagen.'
Dit communiceer ik aan de klas.
'Dan regelen we het gewoon zelf.' was hun reactie. We hadden een feestcommissie voor picnic, paasontbijt en dergelijken. Mijn rol werd gereduceerd tot begeleider. Vervoer moesten ze zelf regelen en dat was het. Ik zat er over in de rats. Heeft iedereen vervoer en hoe hard zullen de ouders zeggen dat het prut geregeld is. Dat klopt namelijk. Het mag officieel niet.
Uiteindelijk zijn we er. 9 juli 2010. Om 10.00 uur hebben we afgesproken bij de ingang. De leerlingen wachten geduldig. Het is druk bij de ingang en het gaat langzaam. De leerlingen beginnen te zeuren dat het lang duurt. En dat klopt.
Eenmaal binnen trekt iedereen zijn of haar eigen plan. De klas valt uiteen in de groepen die ik gewend ben uit de klas. Er zijn twee of drie meisjes groepen en een groepje jongens. De rest van de dag zie ik sommigen niet meer terug. Ik mag meelopen met de meest rustige leerlingen van de klas die het ook nog leuk lijken te vinden dat ik met hen meeloop.
Om goed wakker te worden, beginnen we met het schommelschip. Deze attractie is jaren geleden al verkozen tot meest enge attractie van het park. Die achtbanen doen me niet zo veel, zeker niet sinds ik motorrij. Ooit een motorrijder met zulke beugels over zijn schouders gezien trouwens? Op een verkreukelde BMW C1 na dan. Het is wel even nodig. Veel heb ik die nacht niet geslapen, dus even goed wakker worden kan geen kwaad. Daarna slenteren we het park door. Langs de pyranja, die goed bevalt met het weer van vandaag: 31 graden. Hmmm. Heerlijk.
Nog iets wat verboden is: ik loop in mijn korte broek en op slippers bij mijn leerlingen in de rol van docent. Laat ze dat op school niet horen, dan krijg ik met terugwerkende kracht billenkoek. Maar met dit weer ga ik niet buiten lopen in een gekunsteld setje, omdat leerlingen onthouden moeten worden van mijn bovengemiddeld gespierde kuiten en harige eelterige voeten met de wonden van blaren van het skeeleren daarop. Goed verhaal dit. Lekker fris.
We verzamelen even voor de lunch, maar sommige groepen staan in lange rijen. Die zie ik dus niet. De lunch duurt kort. De leerlingen genieten even van de rust en het samenzijn, maar vrij vlot daarna willen de eersten alweer aan het werk in het park. Ze willen weer de Bobslee in. Dit is voor mij het teken om het beste moment van de dag te beleven: even alleen door het sprookjesbos. Ik dacht dat je dat wel even zou doen in de tijd van de rij van de Bobslee plus ride. Eenmaal de eerste sprookjesbabe, Doornroosje, aangekomen, wist ik dat dit even ging duren. Dit is gewoon ‘the works’!
Met het sprookjesbos onderscheid de Efteling zich van elk ader pretpark in Nederland, Europa en misschien wel van de hele wereld. Het gaat helemaal niet om de achtbanen. Die kan je ook op een industrieterrein in de Flevopolder, in de buurt van Biddinghuizen, neerzetten. Het is de magie van het bos waarin de Efteling ontstaan is. Overal klinken muziekjes, maar goede muziekjes, geen dreunende beats. Tenzij het noodzakelijk is voor de sfeer. De Efteling draait nog steeds om het sprookjesbos. De verwondering van haar bezoekers is prachtig. Overal zie je elke keer wat anders. Als dat niet zo is, dan heb je nostalgische gevoelens die je overmeesteren. Je bedenkt je hoe het voor jou de eerste keer was dat je met je ouders in het sprookjesbos was. Hoe je hebt gekrijst bij Langnek. Ik zie mijn vader al voor me, die met mij in de buggy aan komt lopen. Hoe hoger dat hoofd van Langnek ging, des te harder huilde ik. Wat is er dan leuker om daarmee te spelen? Je zoontje gebruiken als sirene die jij kunt sturen door de buggy richting die pop te sturen, of er juist van af. Je kunt jezelf er gemakkelijk een half uurtje mee zoet houden. Totdat de passagier van de buggy uitgeput is van het krijsen op zoveel verschillende toonhoogten met dat volume. Desondanks zie ik het ook al voor me hoe mijn pa als opa van mijn kinderen de grootste lol heeft met ze als hij ze mee neemt. Ik kinderen? Ik weet van niets.
Ik geniet ruim een uur van de magie van het sprookjesbos. Ik vraag aan die kerel tussen die twee torens met zijn mat: ‘Hee, kom je vaak hier?’ (fakir). Ik herken Paul de Leeuw in het praatje dat voor het dansje van de Indische waterlelies zit en luister even naar twee pratende bomen. Heerlijk. Het kan gewoon in het sprookjesbos. Ik moest maar eens op zoek naar mijn leerlingen.
Die leerlingen hangen ergens rond. Ik vind ze en ga vogelrok en Carnaval Festival in. Weg rijen. Niets te herkennen van drukte. In de tussentijd heb ik wel trek gekregen en de hele dag al een enorme behoefte aan koffie. We lopen langs een poffertjestent en dit wordt het absolute hoogtepunt van de dag. Ik vraag of ze lactosevrije poffertjes maken. En jawel! Geen gluten, geen lactose! De bom. Doe mij die maar! Met een bak koffie. Met 30 graden. Ik word er heel blij van. De dames gaan in de droomvlucht en ik zit daar heerlijk te ontspannen en het begin van dit verhaal te typen. Ik bedenk me de taktiek voor de Efteling. De hele dag heb je om sfeer te proeven. Ga op een grasveld picnicken, op een terras zitten, slenter door het sprookjesbos en het land van Laaf. Doe alle rustige dingen eerst. Zo rond een uur of vijf ga je eens wat wilde dingen opzoeken: pythontje hier, vogelrokje daar, pyranja zus en Vliegende Hollander zo. Geen rijen en gaan. Wat een park is dit! Ik ga zeker niet weer 7 jaar wachter voor ik er weer naartoe ga. Die prijs boeit niet. Wat een dag maak je mee.
1 punt van kritiek: ik heb geen idee hoe de klas het gevonden heeft. Het is een belabberd klassenuitje. Totaal geen groepsvormende praktijk.

zondag 27 juni 2010

De supriseshow echt meemaken! Met BBQ en toplocatie!

Aan het einde van het schooljaar breekt de tijd aan van de eindbijeenkomsten. Er wordt getoost op een geslaagd jaar. Er wordt teruggeblikt en vooruit gekeken. Zo ook bij de sectie aardrijkskunde bij ons op school. Ik ga weg en dat moet gevierd worden. Het klinkt ingewikkeld of lullig, maar eigenlijk was deze bijeenkomst om te vieren dat mijn eerste echte grote mensenbaan ondanks wat strubbelingen en ‘a bumpy ride’ eigenlijk best goed was gegaan. Dit neemt echter niet weg dat ik de noodzaak nog steeds zie om Breda en het Newman te verlaten om te reizen, mooie dingen te zien en mee te maken en om even de afstand te nemen om te kijken wat ik wil, kan en doe.
In dit jaargetijde spreek draait een etentje snel uit op een BBQ. En dat is fijn. Waar kan dat beter dan bij mijn collega in Effen (Breda-zuid). Die heeft een mooi vrijstaand huis met grote tuin langs de A16 richting Frankrijk (je ruikt de vakantie als je daar in de tuin zit). Het zou een bijeenkomst worden met mijn 3 vakgroep genoten. Er werd alleen wel wat gespannen gedaan. Ook mijn collega van Nederlands drukte mij op het hart dat ik wel moest komen.
Twee weken lang heb ik het vermoeden gehad dat zij dus ook zou komen. Met haar zouden wel meer mensen van buiten de sectie aanschuiven bij ons sectie overleg. Dat dacht ik. Hartstikke leuk natuurlijk! Eigenlijk durfde ik er niet eens van te dromen dat men dat voor mij zou doen.
Vrijdag spring ik na het douchen snel onder de douche en op de fiets. Deze handelingen volgens elkaar niet zo snel op dat ik nog naakt druipend op mijn fiets zit, maar veel tijd zit er niet tussen. Bij haar huis aangekomen zie ik de auto’s van mijn collega’s van Muziek en Duits.
Wat leuk! Denk ik hard. Ze komen dus echt voor mij!
In de tuin kan ik een verlegen glimlach dan ook maar moeilijk onderdrukken. Ik weet niet wat ik moet zeggen en ga zitten. Wat voel ik me ongemakkelijk!
Twee jaar lang heb ik op school lopen worstelen. Voornamelijk met mezelf, maar ook met leerlingen, collega’s, het onderwijs, mijn lessen en vooral Breda. Ik heb me erg negatief uitgelaten over zaken die anderen aan het hart gaan. Dit deed ik niet om te kwetsen, maar uit verdriet. Omdat ik niet de energie had, de drive en de motivatie die ik van mezelf gewend was. Ondanks dat hebben mensen me dus wel degelijk opgemerkt als een fijne collega. Ze hebben door mijn gemopper en gechagrijn heen kunnen kijken en zien de collega die ik al die tijd voor ze heb willen zijn, niet dacht te kunnen zijn en uiteindelijk toch wel was. Ze hebben speciaal voor mij dit etentje geregeld, om het me toch op het hart te drukken. Ik geniet er van, word emotioneel en laat alles over me heen komen en geniet. Ik ben ze ontzettend dankbaar en ik zal het nooit vergeten. Het maakt me even niet uit dat ik me geen houding weet te geven.
Het is echt geweldig. Ik zit in een tuinstoel in de kring me te verwonderen. Er wordt gevraagd wie ik verwacht dat nog komen. Collega’s van geschiedenis, wiskunde en Nederlands hadden al wat door laten schemeren. Maar dan verder: LO, scheikunde, the Vlem en zelfs de afdelingsleider komen!
Ik voel me alsof ik in de Supriseshow van Henny Huisman zit. Naamtechnisch scheelt het zeker niet weinig, want mijn collega heeft het mooi geregeld. Er is heel lekker eten gemaakt. We krijgen uitgelegd hoe Bob de Bouwer in 5 minuten een barbecue aan krijgt met een verfstripper. Het is gezellig en eigenlijk is de hele bijeenkomst, de aanwezigheid van mijn fijnste collega’s, het mooiste cadeau dat iemand kan krijgen. Ik wil deze avond nooit meer vergeten! Jullie zijn allemaal toppers!

maandag 21 juni 2010

Een auto kopen in Austerlitz

De eerste keer dat ik er naartoe fietste kan ik me nog erg goed herinneren. Vraag me niet waarom, het is namelijk geen gebeurtenis of plek die je leven doet veranderen. Dat denk je, maar in de tussentijd is er voor mij best wat vreugde uit het dorpje gekomen. Ik weet nog, dat toen ik op de fiets zat, als vwo 4 leerlingen op weg naar een brugklasfeest van de brugklas waar ik BrugKlasKlasseLeerling (BKKL) van was. Ik dacht: ‘het is net het Smurfendorp’. Het ligt diep verscholen in het bos. Net als het Smurfendorp. Het is moeilijk te vinden voor grote mensen en mensen die er niet vandaan komen. Net als het Smurfendorp. Dit werd mijn eerste keer dat ik in mijn eentje door Driebergen fietste om in Austerlitz te komen. Natuurlijk was ik er al eerder geweest, naar de speeltuin bij de piramide van Austerlitz met papa en mama, maar dit was mijn eerste keer alleen.
Het zou zeker niet de laatste keer worden. Jarenlang had ik niets in het dorpje te zoeken. Tot in 2002 mijn eerste auto, een rode Suzuki Swift uit 1986 (PR-33-YL) afgekeurd werd door een merkdealer alwaar ik ‘m naar de APK-keuring had gebracht. Een verdrietig gevoel maakte zich kort van mij meester, maar we moesten door. Op zoek naar iets anders. Omdat mijn zusje ook wel een auto kon gebruiken, zochten mijn ouders mee. Zo kwamen ze in Austerlitz. Daar stond mijn grijze Suzuki Swift 1.3 vijfdeurs. Langer, sneller en twee extra deuren, maar nog steeds een Swift. Mijn Swift. TL-09-XD. Wat een plezier gehad van die auto. Hij was niet duur en de beste man die hem verkocht verzorgde de auto perfect. Nooit was er iets aan mis. Tot dat de auto gewoon op was. In die jaren reed ik motor, dus had m’n wheels.


Mijn Swift

De Mazda die ik daar vervolgens kocht was een fijne auto, maar is nooit echt MIJN auto geworden. Zijn autoleven eindigde met een behoorlijke knal van links door een oranje Mercedes bestelbusje. Een beetje beschaamd ben ik teruggegaan naar Austerlitz.
‘Het spijt me dat ik die 323 uit 1998 in de poeier heb gereden, meneer’. Ik dacht het, wilde het bijna zeggen, maar deed het toch niet. Hij had nog wel wat staan. Voor 500 euro. Een keertje gesandwiched in de file. Voorop schade. Achterop schade. Trekhaak kwijt, slecht sluitende achterklep, maar nog makkelijk door de APK. Mijn Daihatsu Applause (HL-VL-68).
Deze zaterdag wordt echter bijzonder. Ik ga nu niet voor mezelf, maar voor een vriendin. We komen de bocht om en het is gelijk raak. De man heeft nauwelijks meer oude goedkope bakkies die ik leuk vind. Je moet even zoeken, dan staan ze er wel. Hij heeft nu meer klassiekers, youngtimers en leuk speelgoed. Schrijf even mee: we beginnen buiten met een Peugeot 306 Cabrio. Ontworpen door Pininfarina en een van de mooiste betaalbare cabrio’s van de jaren ’90. Alles electrisch. Mooi oranje. Bijna nieuw motorblok er in en helemaal netjes. Wat een wagen!! Daar word je toch blij van? Ik anders wel.


Een W124 van Mercedes

Dat staat er dan zo maar te staan. Naast een oude BMW 635 CSi of 7-serie en een E-klasse W124 van Mercedes-Benz. Helemaal in topconditie. Wat een wagens. Binnen wordt het nog leuker. Kent iemand die Honda Legend van Bassie en Adriaan nog? In het donkerrood met gele stippen en ‘wenkbrauwen’ op de opklapkoplampen. Hier staat er zo een. In het wit. Helemaal glad. Hard (dat betekent zonder roest) en helemaal in orde. Ontzettend vet!


De Honda Legend van Bassie en Adriaan

De verkoper is vriendelijk en verteld graag. Hij praat niet over de auto’s alsof het zijn eigen kinderen zouden zijn, maar de liefde voor zijn vak, voor de auto’s en voor het werk wat hij er in heeft zitten straalt van hem af. Voor de liefhebber een genot om naar te luisteren. De vakidioot op zijn praatstoel. Voor je het weet ben je anderhalf uur verder en weet je wat de auto mankeerde, waar de auto vandaan komt en wat hij waard is. 
Ik draai me om en zie: een Jaguar E-type. Helemaal origineel. Hij heeft wat werk nodig, maar het blijft een oogverblindende klassieker. Zoals de vriendin in kwestie zegt op het moment dat hij de V6 motor laat zien: ‘Leuk zeg, dat de hele voorkant voorover klapt en niet alleen de motorkap’. Daar gaat het toch niet om. Wat een wagen!


Een Jaguar E-type


Wat een dag is het. Allemaal mooie auto’s. Een kind in de snoepwinkel. Een pubermeisje bij de Backstreetboys aan het einde van de jaren ’90. Het was weer mooi in Austerlitz. Helaas. Hier staat toch niet de auto die we zoeken. Het aanbod in die klasse is door sloopregelingen bijzonder afgenomen. Zonde. We eindigen na een lange, maar fijne, ontspannen en zonnige dag, via een lunch bij het Doornse Gat bij een Peugeot 206 uit 1999. Geen butsje, krasje, kraakje of pingeltje te bespeuren. Een mooie, puntgave auto. Hier kunnen we niet omheen.


De aanwinst van de dag

dinsdag 15 juni 2010

Sex and the City 2; inhoudsloos als de Megafestatie, toch?

Om te beginnen een geschiedenisles voor allen die niet met het fenomeen bekend zijn: de Megafestatie. Aan het einde van het schooljaar was het zo ver. In de jaren ’90 was er de Megafestatie. Speciaal voor jou!! De jongeren, tieners, pubers, adolescenten. Iedereen die TMF keek, 538 luisterde, Hitkrant, Popfoto (later Fancy) of Webber (Fancy voor jongens) las, was van harte welkom op het terrein van de Jaarbeurs in Utrecht. Alle media, alle grote merken en alle instanties die te maken hadden met de doelgroep presenteerde zich zo goed mogelijk. De Koninklijke Marine had een stormbaan uitgestald. Er was een enorme achtbaan, gesponsord door Nike en een 3 meter hoge ‘ramp’ [wremp] van Roces om je inline-skate stunts te oefenen.
Maar dat was het ook. Na een uur liep je nog steeds te zoeken naar actie, naar avontuur en spektakel. In de tussentijd liep je al wel met vier plastictassen vol met ‘goodies’. Een gum van de SchoolCampus, een stapel stikkers van Radio 538 of Diesel Jeans. Het verrotte was: je moest nog betalen om binnen te komen ook!! Betalen voor reclame. Het was Google maar dan 180 graden omgedraaid. Nu zorgt reclame ervoor dat je gratis goede mailaccounts, online Office, foto’s uit de ruimte en nog veel meer hebt.
Het gevoel waarmee je over de Megafestatie liep, veroverde mij in de bioscoop. De eerste Sex and the City the movie ging nog wel. Het was als de serie. Het was een mooi portret van de levens van vier succesvolle uiterst decadente dames en een van de mooiste steden ter wereld (New York). Deze keer kijk ik naar de nieuwe Mercedes E-klasse cabrio, de nieuwe Maybach, het nieuwe vliegtuig van een Arabische vliegmaatschappij. Ik zie vervolgens een grote city-marketing campagne van Abu Dhabi.
Waar de film over gaat? Geen idee. Tussen alle sluipreclame door is er geen verhaal te herkennen. De dames waarvan eerder een aardig portret is gemaakt, hebben een rol die net zo veel inhoud heeft als de moeder van de Nutella reclames of als de dame die haar haar wast met Herbal Essences.
Op zoek naar inhoud zie je verschillen tussen de Amerikaanse en Arabische cultuur. Joh. Verschillen tussen man en vrouw worden in beeld gebracht, de taboe over sex in de Verenigde Arabische Emiraten. Je ziet een clinisch schone en eerlijke markt om schoenen en kruiden te kopen. Daar gaan we al. Dat is alweer city marketing. Plotseling is Carrie haar paspoort kwijt! Nee, wat een stress. Hier komt de spanning, denk je dan. Helaas. De marktkoopman heeft het netje voor haar achter gehouden.
De dames zijn uitermate decadent, verwend en zonder enig gevoel voor duurzaamheid, respect voor andere volken of mensen die het ietsje minder luxe hebben dan zij. Het is storend om naar te kijken. Het is vermoeiend om te zien hoe de dames op hun wenken bediend worden, problemen als sneeuw voor de zon verdwijnen en lief doen wat de sponsors hen opgedragen heeft.
Met veel plezier bezoek ik bioscopen. Mijn smaak wat films wat betreft, is net als bij muziek. Het moet wel erg zoet, goedkoop of inhoudsloos zijn, voordat ik het niet leuk meer vind. Maar ik denk dat ik hem gezien heb. Wat? De slechtste grote film die ooit gemaakt is. Niet alleen door het acteerwerk, muziek, belichting of welke Oscar er ook maar uitgedeeld wordt, maar vooral door het asociale, verwende, decadente en respectloze karakter van het hele gebeuren.
Wie spreekt mij tegen? Overtuig mij van mijn ongelijk!!

maandag 14 juni 2010

Medeleven 2.0

De krachten op mijn sleutel worden te groot. Het speciale gereedschap waarmee ik mijn trapas wil bevrijden komt los van het afdekgebeuren. De sleutel houd ik nog in mijn hand. Mijn hand nadert met grote snelheid en nog meer lompe kracht mijn gezicht. De hand komt dichter en dichterbij. Onzacht raakt de sleutel, het gereedschap dat ik nog in mijn hand heb, mijn oog. Gelukkig net er naast, maar toch, bloeden deed het.
Wat versuft blijf ik achter.
‘Donders, dat afdekmechanisme is nog niet los...’ denk ik aanvankelijk.
‘Hmmm, dat ging best hard.’ is mijn tweede gedachte.
‘Hee, er hangt bloed aan mijn neus’, concludeer ik versuft. ‘Dat wordt weer een tijdje voor paal lopen’.
Je bedenkt je nogal wat als je jezelf net een blauw oog hebt geslagen, merk ik nu. Enfin. Een blauw oog met korsten dus. Niet op het Rembrandplein gebeurd, waar ik de nacht ervoor nog ven was. Ik heb ook geen zielig huilend meisje uit een hoge boom gered toen ik een boswandeling aan het maken was, waarbij ik over een eekhoorn struikelde. En nee, ik heb ook niet heel hard gemountainbiked en een tak in mijn gezicht gehad. Het is echt 100% pure lompigheid.
En met dit toonbeeld van mijn onhandigheid moet ik deze week voor de klas staan. De mensen aan wie ik het vertel zijn wel erg medelevend. Ze gunnen mij een volle gulle lach om me te troosten. Vanmorgen kwam ik er achter: het is gewoon medeleven 2.0.
Medeleven 2.0. Het nieuwe vervolg op het oude medeleven 1.33. Daarbij knikte je, hield je je hoofd scheef en zei je: ‘goh, wat rot nou’. Of het nou gemeend is of niet, het is wel de zachte manier van medeleven. Medeleven 2.0 is harder, ruwer en sneller. Wellicht ook eerlijker.
Al eerder dit jaar ben ik met Medeleven 2.0 in aanraking gekomen. Ik brak mijn pols en ga de eerste weken van 2010 les met een prachtig stukje stucwerk om mijn arm. Ook dat werd ontvangen met een lachsalvo. Toen was me al wel duidelijk dat Medeleven 2.0 niet gemaakt was voor tere zieltjes en ook niet bij iedereen in elke situatie gepast is. Kijk, pijn heb ik niet en het is ook lomp. Zielig ben ik niet echt, dus dan kan het. Het maakt medelijden versie 0.9.87 totaal overbodig, dat wel.
Het zal wel effectief zijn. Want op nog meer Medeleven 2.0 zit ik eigenlijk niet te wachten. Dat zou betekenen dat ik weer iets onhandigs heb gedaan. Ik houd u op de hoogte. Wees niet verrast als u iemand hoort lachen in mijn bijzijn. U weet wat het is.

dinsdag 1 juni 2010

Het brein van een Vinea-reisleider is zo stabiel als een Ikea tafel

ADEMNOOD!!! DE KANS IS GROOT DAT IK KRIJG WAT IK WIL VAN JOU!! MOND OP MOND WE DOEN HET NOU!! LA LA LALA LALAAAAA
Ah. Ik weet waar ik zijn moet. Bij dat raam daar brandt licht en potjandikkie, wat komt daar een herrie uit die kamer. Wellicht zouden Linda, Roos of Jessica het zo niet gewild hebben. Voor ik binnen ben, zijn er wat rituelen om af te werken. Je bent in Amsterdam, dus check je even dubbel of je deuren op slot zitten, of je hier echt niet moet betalen op zaterdagavond na 21.00 uur voor een parkeerplek en je moet je afvragen hoe je deze bunker binnen komt. De internationale (Terneuzen?) studenten zitten goed beveiligd.
Op de vierde verdieping aangekomen te zijn, blijkt dat de Ikea reclame aan slaat bij mensen. ‘Laat mensen Ikea bij jou thuis zien’. Nou. De jarige heeft deze kreet ter harte genomen en zo veel mogelijk mensen uitgenodigd in haar kamer, die voornamelijk met Ikea artikelen gevuld is. Het is een mooie kamer. Veel wit, een mooie wand decoratie, een standaard Malm bed en wat leuke accessoires.
Vanavond wordt deze kamer getest op een manier zoals het niet bedoeld is.
Test 1: hoe houdt het Malm bed zich, als je er met drie dames op gaat springen op de grootste hits van de jaren ’90. Wannebe van de Spicegirls neem ik even als voorbeeld. Hoe aardig, leuk of mooi de dames ook zijn, ik zou nu toch even het bed niet willen zijn.
Test 2: hoe houdt de Hermes laden kast zich als er wijn, bier en/of cocktails over uitgespoeld worden. Dit gaat goed. Hij is daarbij erg fijn om met een consumptie in de hand relaxed tegen aan te praten om de beste verhalen met anderen te delen. De tweede test is geslaagd. Ook test 3: hoe handig is de Lack plank? Deze draagt 2 dezelfde verjaardagskaarten, wel van elk een ander jaar, kerstkaarten en wat briefjes waaronder één waarop staat dat je weg bent, maar de anderen niet wilde wakker maken en bedankt voor de gastvrijheid. Zo zullen er die avond flink wat andere artikelen getest zijn voor Ikea, maar ook gebruikt zijn als verkleedstuk.
Al eerder heb ik gezegd dat mensen tegen mij zeggen of schreeuwen of zuchten: DOE EENS NORMAAL!! Ok. Met moeite breng ik mezelf dan terug in het gareel, maar goed voor de sfeer is dat soms niet echt. De mensen die dat tegen me zeggen, hadden niet bij dit verjaarsfeestje moeten zijn. ‘Ik zeg niet wat we gaan doen, maar in ieder geval niet normaal’. Dat had op een kleurrijke uitnodiging kunnen staan.
Dit is een soort van droomfeestje. Wegens Bob-schap en algehele sloomheid van ondergetekende dit weekeinde ga ik niet volledig mee in de feestvreugde, maar hoe vet is het als je op een feestje ben met mensen die ook helemaal uit hun dak gaan met puber hits uit de jaren ’90. Hier kan geen ’90’s Now feest tegenop. Dan sta je in een iets te hippe club met te veel mensen. Nu springen er mensen door een kamer op All Saints, Romeo, The Spicegirls, Ultimate Chaos, Solid Harmony en ‘N Sync!! Haaa!! Gekkenhuis. Dit typende herbeleef ik het.
Eigenlijk overviel me het. Hier mocht het. Als een klein jongetje in een speelgoedautootjes winkel en een briefje van honderd gulden in je hand. Je mag in eens alles wat je leuk en mooi vindt! Ik mag normaliter nooit meer zo raar doen. Wat moeten mijn leerlingen denken als ik me eens laat gaan op een schoolfeest? Hoe raar kijken mensen als je helemaal los gaat op Hitzone 1998 Greatest Hits in een openbaar etablissement? Ik zit al vrij strak in het gareel. Maar ik heb ook mijn behoeftes. Op meerdere gebieden, blijkt dus.
Wat fijn is het dan als blijkt dat het brein van medereisleiders net zo veel losse schroefjes heeft als een gemiddeld Ikea product. Ze gedragen zich zoals het eigenlijk niet bedoeld is. Mijn schroefjes zijn te strak aangedraaid, maar wat gebeurt er als er iets van spanning af wordt gehaald??

1 Zwaluw maakt nog geen zomer, maar 1 bezoek aan Lage Zwaluwe wel

Live from Lage Zwaluwe, we bring you: The V3a the summer starts BBQ!!!
And the crowd goes wild. De eerste zin heeft al gelijk wat uitleg nodig: Live is het niet echt meer. Op het moment dat ik dit schrijf, leven we een dag of vier en flink wat regendruppels later. Uitleg deel 2: V3a is een combinatie van G3a mèt Grieks en Latijn en A3a zonder de klassieken. Dit zijn 10 + 12 leerlingen, ongeveer.
Deze leerling waren een beetje jaloers op de mentor leerlingen van hun aardrijkskundedocent. Die doen soms nog eens wat met de klas, al is het maar een Paasontbijt of een Picnic in the park.
‘OK’, zeg ik, ’21 mei gaan juli eten op de Grote Markt in de stad’.
‘Ja, leuk’, was de eerste reactie. ‘Doen we’, de tweede.
Er gaat een vakantie en wat overleg overheen, maar uiteindelijk is het zover: 28 mei 2010. 18.00 uur. Lage Zwaluwe. Een hoop kinderen en een nog grotere hoop vlees. En wat ouders die los rondliepen in Hooge of Lage Zwaluwe. De zomer kan beginnen. Het is mijn eerste (buiten)barbeque van het jaar.


De Bakpapappa's en de mentor

De Bakpapappa’s ontsteken het gevaar en beginnen met de worstjes die een Bakpamamma bij de slager heeft geregeld. Wat een worst! Na de drumsticks, kipsatés en speklapjes wordt het nog doller: een heerlijk mals stuk rondvlees dat heerlijk gemarineerd is. Kosten nog moeite is gespaard, wat een lekker eten. Mijn complimenten voor de gastvrouw en haar moeder die ook nog eens zalm voor op de BBQ heeft! Als de liefde van de man door de maag gaat, wordt het een moeilijk afscheid aan het einde van dit schooljaar.
Ow ja. Er waren ook nog leerlingen. Je zou het bijna vergeten. Geintje natuurlijk. Wat een engeltjes zijn dat toch. Op drie puberende duiveltjes na die zich te goed lijken te voelen. Zonder te melden gaan ze op strooptocht op zoek naar mooie Zwaluwinnen om de wildste dingen mee te doen. Volgens de laatste verhalen is het enige waar ze iets wilds mee hebben gedaan een croquet geweest bij de lokale snackbar.


Na de drumstick op zoek naar chickies zonder ketchup...

De rest van de engeltjes geniet van eten. Maken grapjes. Springen trampoline. Nemen docenten en ouders in de maling. Boven alles hebben ze het gezellig. Ze snappen het principe van een goede barbeque nu al: goed eten, leuke mensen, beetje slap ouwehoeren met zo goed mogelijke muziek op de achtergrond.
Op deze manier kom je er nog eens achter dat wat leerlingen en een ouder groot fan zijn van de vogeltjesdans. Je leert dat de mentor (niet zo’n eng ding van Harry Potter) van lekkere oude jaren ’80 gitaren houdt en de ouders van rosé. Ik heb weer even heerlijk staan praten met mijn leerlingen. Het was weer een goede avond.


De Valk in de vogeltjesdans...

Bakpapappa en Bakpamamma zijn trouwens een mooi stel. Enorm trots op de kinderen. De kinderen die het o zo leuk vinden dat iedereen hun kinderfoto’s ziet. Samen op de camping of netjes geposeerd op de leeftijd dat kinderen net lang genoeg stil kunnen zitten voor de sluitingstijd van een camera. De ouders waren wel erg benieuwd naar de docent waar ze thuis zo veel verhalen over horen. Een fotosessie was dan ook onvermijdelijk. Wellicht hangt de aardrijkskundedocent binnenkort ook in een huiskamer in Lage Zwaluwe.
De zomer begint meestal pas echt met een goede BBQ. Mijn zomer is dus begonnen!! En hoe!

Meer foto's op http://picasaweb.google.com/mgh.de.valk

donderdag 27 mei 2010

Lekkere vrienden heeft zij

Er wordt vaak tegen me gezegd: ‘doe nou eens normaal!’. Het zijn vaak mensen die mijn leerlingen niet kennen. Zij rekken het begrip ‘normaal’ nog een heel eind op, maar dat neemt niet weg dat de opmerking meer dan eens naar mij gemaakt wordt. Hoe meer je in het grote mensenleven terecht komt, des te normaler wordt je geacht te doen. Dus dat doen we dan maar.
Wat een verademing is het dan als je met een stel reisleiders op stap gaat in Amsterdam. Ze scannen niet als eerste de ruimte af op de toegankelijkheid tot alcohol of om iets lekkers te regelen. Nee. Het gaat anders. Er is vaak een camera bij. Daarmee kunnen we opvallende poses, gelaatsuitdrukkingen en andere fratsen vast leggen. Gebleken is dus dat een beetje reisleider eerst een ruimte af scant om zo veel mogelijk rare fratsen uit te halen. Zo ook afgelopen vrijdag.
Het is net of de etablissement dat bezocht wordt op deze manier een ‘Smaakpolitie’-achtige keuring krijgt. Een te strakke tent vraagt om een aardige partij ongein, gewoon, omdat er ook lol gemaakt moet worden en niet alles strak, hip en trendy moet zijn. Dit tafereel is niet na een kwartiertje afgelopen. Welnee, de hele avond door, wordt er met barkrukken gedanst, wordt het ruilspel in de disco gedaan, accessoires in de zaak worden versierd of deurposten verleid tot handelingen die na elven uitgezonden moeten worden. Leuk dus.



Na het broodje met slap geouwehoer, maken we een busreis waarbij we zo snel vrienden maken, dat we na tien minuten, als we uitstappen, al gemist worden. Die vrouw zal huilend in de bus gezeten hebben op het moment dat we uitgestapt waren. We waren toch wel zeker het meest belangrijke ding in haar leven, voor tien minuten.
Thuis aangekomen duiken we achter de computer.
‘Anders verander je je datum op hyves, kijken hoeveel mensen je feliciteren’
‘Ja, dat gaan we doen!’
‘Dan zijn we tegelijk jarig’
‘En je weet wie je echte verjaardag weten’
‘Kijken of er echt mensen me feliciteren op de dag dat ik niet jarig ben!’
‘Lekkere vrienden heb je dan’.
Zo geschiedt het. Om een uur of vijf ‘s nachts, zo vlak voor kinderbedtijd, meldden ze zich giechelend aan op hyves.
‘Daar, bij die instellingen, moet je het veranderen’.
‘Ja, dan zien ze het in hun lijst’.
Het grote wachten kan beginnen en we vallen redelijk vast in slaap. Dat is niet gemakkelijk, omdat de zon al aan de hemel staat. Spelbreker. Een paar dagen is het rustig. Om mensen op scherp te zetten, krabbelt de een naar de ander:
‘Joh, wat leuk! Jij bent morgen ook jarig!’
Dan is het zo ver. De dag des dagen. De dagen waarop je er achter komt wie je echte vrienden zijn, want zij weten je echte verjaardag. Even checken.
Meer dan 20, jawel twintig! Mensen wisten deze dame te feliciteren op een dag dat ze helemaal niet jarig was! Hi-fucking-larisch!
Maar bedenk je even hoe fijn dat is?! Je kunt zelf de dag bepalen waarop je jarig bent! Hoe fijn is dat? Ik zelf zou graag in april of mei jarig zijn. Dan wordt het weer lekkerder weer en kan je zelfs barbecuen op je verjaardag. Je kunt je verjaardag in ieder geval buiten vieren. Dat scheelt weer in de zooi, zeker als de kinderen nog jong zijn. Van nu af aan kan je dus internet gebruiken om je verjaardag te veranderen. Wat nou gedoe op het gemeentehuis? Hyves is de koning en facebook en Google en de hele reutemeteut.
De macht van internet. Het is net als de krant. Vroeger gold: alles wat in de krant staat, is waar. Tegenwoordig is het: alles wat op internet staat is waar. Je bepaalt zelf je leeftijd, de dag waarop je jarig bent. Maar het gaat door: je kunt natuurlijk je hele profiel fine-tunen. Je bent geboren in Vostok, Siberië, alwaar het expeditieschip waar je moeder op reisde speciaal voor jou heeft aangelegd tijdens een poolexpeditie. De favoriete merken zijn heel gemakkelijk te faken, maar je rijdt wel in eens de witte Audi A5 die je al jaren wilde. Je hebt reizen gemaakt, die erg indrukwekkend waren. Je hebt zelfs een keer rodeo gereden op een ijsbeer, om op die manier verse Orka te kunnen vangen voor je ietwat exotische avondmaal.
Het onderzoek is dus geslaagd: mensen geloven wat er op internet staat. Niet dat ze ook de mogelijkheid hadden om het te checken. Dit soort dingen zijn een objectief gegeven, je neemt het gewoon aan en denkt attent te zijn. Desondanks blijft wel overeind dat je van je beste vrienden wel hun verjaardag moet weten. Tot 19 januari beste vrienden!

woensdag 26 mei 2010

Zo een fijne avond

Het is helemaal wind stil. Echt niets om me heen beweegt. Ja, okee, de vriend van mijn zus heel erg. Hij zit middenin de Champions League finale en het is net 2-0 voor de verkeerde geworden. Ik zit lekker buiten, gewoon omdat het kan. Eindelijk waait het eens niet en het is droog. Het is heerlijk zo.


de vriend van zuslief

Wat het mede zo fijn maakt, is het eten dat we net gedaan hebben. Met ‘we’ bedoel ik mijn ouders, zusje, haar vriend en ik. Er slijt een traditie in om in het voorjaar een weekend naar Zuid-Limburg te gaan. Vroeger was dat onze zomer vakantie, maar nu we die afzonderlijk doen, hebben we sinds een jaar of drie dit voorjaars-met-het-gezin-uitje. Heerlijk. Overdag doen we ons eigen ding en treffen elkaar in Maastricht en ‘s avonds eten we samen. Op vakantie duurt dat altijd langer, dus daar heb je je avondprogramma.
Het avondprogramma was uitermate succesvol. Vorig jaar dacht ik een leuk terras te zien om te eten ‘s avonds. Het zit in het dorpje ‘Eys’, op 1 van de 3 kruispunten in het dorp. ‘Bie de tantes’ heet het. De tantes waren vorig jaar zo gastvrij dat er voor geen plaats was, nu probeerden we het weer. Wat blijkt: waarschijnlijk mede door het voetbal was er nu wel plaats. We strijken neer op het terras, onder een grote kastanjeboom. De kaart is erg goed. Origineel, leuk, lekker en toegankelijk, maar toch anders. En vooral lekker! Dat blijkt natuurlijk achter af pas, maar dat is nu dus al gebleken.
Het is een heel fijn rustig terras. De prijzen zijn normaal, het is niet massaal en je zit er op je gemak. Iets wat me in Zandvoort, Scheveningen, op de Grote Markt in Breda en langs de Maas in Maastricht echt niet lukt, lukt op dit soort plekken wel. Je hebt mooi uitzicht op natuur, of rondcruisende klassiekers. Op de terrassen waar je verplicht lijkt te zijn om te genieten, al dan niet van uitzicht of rondcruisende lelijk getunede jonge Duitse auto’s met jongetjes met petjes daarin, daar wil ik zo snel mogelijk weg.


zuslief

‘Dit is nog eens genieten he’, wil mijn gezelschap dan nog wel eens zeggen.
‘Neee!!’, denk ik dan hard. ‘Ik word hier knettergek. Al dat hier zijn, dat massale, het verplichte.’
‘Kom, we zijn er eens weg van’, zeg ik dan te snel. ‘Ik loop wel even naar binnen om snel af te rekenen.’
Zo’n tent is dit dus niet. Het mooiste komt pas als het bedienend personeel er lucht van krijgt dat mijn vader het koud heeft. Hij wil mijn jas niet aan, want dan is het net of je snel weg wilt. De dame komt er aan met een fleece deken. Wij moeten hard lachen. De beste man blijkt echter te ijdel te zijn.
‘Dat is iets voor als ik 80 ben’, zegt hij met een redelijk ijdele glimlach.
‘Maar ik doe ‘m om uw schouders’, zegt de dame.
De blik van mijn vader is goud waard. We lachen nog even verder. Later komt de dame terug met de dessertkaart en begint mijn vader over zijn rug te wrijven. Hij weet niet hoe hij het heeft en weet zich geen houding te geven. Gelukkig is het een sportieve man en gunt hij ons dit enorme lachsalvo. Dit was een mooie avond. Maar wel op een speciaal terras, daar moeten we in Nederland zuinig op zijn.


Wat een vent, the day after ;)

donderdag 13 mei 2010

Mag ik nie

‘Mag ik niet’ is voor mij het meest gebruikte woord van de afgelopen weken. Er zijn meer zinnen met drie woorden te bedenken die veel gezegd worden en een stuk romantischer zijn, zeker in het Engels. Ik moet me echter tot ‘mag ik nie’ beperken. Lijkt op ‘Maggi’, maar Maggi magikni. Er zit soja in.
Kapot was ik. Letterlijk en figuurlijk eigenlijk. Ik was heel erg moe. Een dag eindigde voor mijn gevoel om een uur of drie. Maar nee, dan hebben we nog vergaderingen, moeten er boodschappen gedaan worden, gekookt worden en in a perfect world zou ik nog even kunnen sporten. Niet dus. Te moe. En mijn huid! Ook helemaal kapot. Ontstekingen, kloven, wonden, kortom: het betere eczeemwerk, met een vleugje acne.
Gadverdamme hoor ik menigeen nu denken. En ik kan beamen: het is geen pretje. Dus wat doe ik? Ik nemen een nieuwe zorgverzekering en ga eens lekker shoppen bij wat artsen. Psycho hier, dermo daar, pilletje zus en drankje zo.
Zo kwam ik bij een bionatuurdokter in Oosterhout terecht. Via via natuurlijk, anders had ik er al lang gezeten. Die kerel is (voorlopig) redelijk goed. Let op het voorbehoud, want ik ken die dokters. Bijna allemaal voor mijn gevoel, zeker in de omgeving van Breda. Maar voor je het weet, eet ik weer iets wat ik niet mag en gaat het jeuken.
Voor het echter zo ver is, lichtte deze dokter me even door.
‘Hhhhmmm, je lichaam heeft maar 30% van de energie die het zou moeten hebben.’ Zegt de dokter. Ik zei toch eerder dat ik kapot was.
‘Joh’, zeg ik quasi-verbaasd.
‘Daar moeten we even wat aan doen’, zegt hij.
‘Daarvoor ben ik hier, maak me maar beter’, dit denk ik alleen maar. Ik zeg het niet eens meer. Het grapjes wordt zelfs voor mij afgezaagd. Dan hoop je natuurlijk als luie Nederlander: ‘kom maar op met dat pilletje, dan huppel ik overmorgen weer naar school toe’.
Helaas is het niet zo’n feest. Ik moet er zelfs best hard voor werken om het in orde te krijgen. Beter gezegd: ik moet heel veel niet doen. Ik mag heel veel niet eten. Schrijf even mee: peulvruchten of producten daarvan, dus alle bonen, chocola en koffie, citrusvruchten, kool, champignons, paprika (denk ik uit zijn handschrift te ontcijferen), ui, soja, alle zuivel, rundvlees en varkensvlees.
‘Wat moet ik dan op brood’, piep ik paniekerig.
‘Vis, vis, vis of zo’. In mijn paniek hoor ik het niet. Al weken leef ik nu op de meest vrolijke vormen van suiker: jam, anijshagel, vruchtenhagel en appelstroop. Een dolle bende, maar ik moet binnenkort wel even met de beste man om de tafel gaan zitten. Ik krijg meer suiker binnen dat tijdens mijn sinas-met-Fruit-Tella-periode. Dat laatste is een geintje, want eigenlijk ga je er heel creatief van koken.
Het is overigens ook goed voor de sociale contacten. Met bedienend personeel in restaurants bouw ik in korte tijd een warme band op.
‘Heeft u een keuze kunnen maken?’
‘Ik wil graag de mediterrane overschotel, maar dan zonder de kaas en paprika’
Diepe zucht als antwoord, gevolgd door.
‘Jawel hoor, dat kan wel, ik overleg het even met de kok’, zegt de serveerster.
‘Mag ik een mandje brood vooraf?’
‘Natuurlijk mag dat’
‘Maar dan wel zonder kruidenboter, maar met iets anders, doe maar tapenade, maar zonder pijnboompitten of kappertjes.’
Een diepere zucht volgt als reactie. ‘Arm kind’ denk ik nog.
Voordat ik het eten heb, is ze natuurlijk al een paar keer terug geweest om de communicatie met de kok en mij te verzorgen.
Het is een groot feest deze dokter. Ik krijg nieuwe vrienden in de horeca, maar leuker nog: mijn huid is helemaal zacht en glad en dicht en mooi. ‘It’s amazing!’, had Mike van Amazing Discoveries (Teleshopping in jaren ’90) geschreeuwd. Ik houd mooi vol, want het werrrjkt echt!

De uitleg

Kijk eens naar mijn hyves-buzz-dinges. Daar staat het! Sinds maandag. In eens is het gebeurd, het staat op mijn Hyves-buzz en bij australianbackpackers is het bekend. Vooral dat laatste is handig, gezien het feit zij mijn reis regelen. Dat is even gemakkelijk. Ik ga dus voor een maand of 7 naar Australië. Daar hoop ik in het noordoosten een auto te vinden die minstens zo goed is als mijn Daihatsu Applause. Perfectionistisch als ik ben, leg ik de lat hoog. Met deze droomauto rijd ik dan, met een ieder die onderweg maar mee wil en leuk is, de oostkust van Australië af, tot Melbourne. Wat ik in de tussentijd ga doen, weet ik nog niet precies, maar ik heb een werkvisum (aangevraagd) wat handig is om wat fratsen te bekostigen.
Veel inspiratie van wat ik daar ga doen, zal komen uit The Lonely Planet en de reisverslagen van de vele bekenden die dit allemaal al een keer gedaan hebben. Mocht u ideeën hebben, plaats dan uw suggesties, de ‘must-sees’ of ‘the must-have-dones’ in de reactiemogelijkheid hieronder.
De vraag die ik veel krijg de laatste weken is: ‘wat is dit? Waarom? Waar komt het vandaan?’. Op zich had ik het namelijk mooi voor elkaar. Op school kon ik voor komend jaar een mooi pakket uren en taken krijgen en toch ga ik weg.
Aanvankelijk was het de pushfactor. Ik wilde weg. Weg uit Breda en uit het gevoel wat ik had gedurende de afgelopen twee schooljaren. Nu besef ik me langzaam dat het een pullfactor is, die mij tot deze beslissing heeft doen komen. Al jaren hoor ik verhalen van reizen die mensen gemaakt hebben. ‘Dat ga ik ook nog eens doen’, dacht ik steeds. Maar intussen deed ik het niet. Afgelopen zomer speelde het plan al heel erg, maar om nou hoppa het bijltje er bij neer te gooien en pleiten te gaan, was ook niet echt een optie. Een jaar lang heb ik gewerkt om deze beslissing te kunnen nemen.
Het is duur, onzeker en best spannend. Met dat in het achterhoofd kan je het jaren voor je uit blijven schuiven. Tot je je realiseert dat het er steeds maar niet van komt en je stiekem toch ouder wordt. Stel je voor dat ik in eens de vrouw van mijn leven tegen het lijf loop en net zo snel in eens kinderen heb. Dan zal ik toch wel eens bij mezelf denken ‘had ik maar...’. Tel daarbij op dat het afgelopen jaar bol stond van doktersbezoeken door wat stressgerelateerde gezondheidsklachten en de pushfactor speelt ook weer een rol. Tot ik op een middag terug fietste van het Amphia naar school. Op de radio speelde ‘close your eyes’ van Racoon.
‘Change I wish for I will and it is gonna work’. Laat ik nou net die ochtend mijn wensenformulier voor de uren van het komende schooljaar in mijn postvakje aantreffen. Ik wenste om geen uren meer te moeten geven en te doen wat ik eigenlijk al jaren niet durf. Maar zoals de heren van ‘Jurk’ bezingen in ‘als je weet wat je wilt’; geeft angst de slechtste raad. Ik wil backpacken, ik ga naar Australië, eens kijken hoe het daar is, waar zo velen mij al zijn voor gegaan. ‘Just say yes!’ zong Snow Patrol me toe en er was geen houden meer aan. Daar ga ik. Vet he?!

zondag 9 mei 2010

Giro hiero

Ja beste mensen. Het is zo ver. Wekenlang hebben we ernaar uitgekeken. De Giro is hiero. En hier is dan precies in het gebied waar ik ben opgegroeid. Ze komen eerst over de heuvelrug om in de buurt van Amerongen bijna 180 graden te keren om via Houten terug te gaan naar Utrecht.
De hele regio staat op z'n kop. Bij elke dikke boom is er iets feestelijks te doen en in de dorpen wordt alles aangegrepen om keihard te gaan zuipen. Zuipen is een waarschijnlijk nog populairdere sport dan wielrennen. Ik zag het met Bevrijdingsdag ook vele kinderen doen in Wageningen. Wat een mooi volksfeest gaat het worden, dat wielrennen. Wellicht wel het meest versnipperde feest dat je je kunt voorstellen, want het parcours is toch wel veel kilometers lang.
Moge hen die dit feest vieren, er van genieten!

Tulpvakantie

‘Heb je al plannen voor de vakantie?’ is een veel gestelde vraag zo vlak voor de meivakantie. Dit jaar vallen daar Koninginnedag, Bevrijdingsdag en Hemelvaart in. De afgelopen jaren stond deze vakantie ook stijf van het lekkere weer. Dat in combinatie met plannen op de langere termijn en een hoop werk, zorgt ervoor dat ik nog geen plannen om ergens naartoe te gaan deze vakantie.
Dit wil echter niet zeggen dat ik niets doe. In tegendeel.Het feest begint met een opleidingsweekend van Vinea. Weer een groot feest. In de rollenspellen die gespeeld worden, dragen de aspirant reisleiders een wit petje en de ‘opvallende’ deelnemers een blauwe. Het wordt een waar feest, waarbij wij ‘blauwe petjes’ het de witte petjes niet gemakkelijker maken. Ik zie het voor mij als een soort coming-out voor mijn AD(H)D, voor iedereen die daar een vermoeden over had. Ik heb gewoon de grootste lol en kan alles zeggen op het moment dat ik het wil zeggen.
Na dit weekend zijn er nog steeds geen vakantieplannen. Op de vraag ‘ga je nog ergens naartoe in de vakantie?’ kan ik volmondig ‘ja’ zeggen. Het voelt echt als vakantie. Op dinsdag roeien en bij een vriend op visite in Breda, de dag erna de vrijheid vieren met een vriendin in Wageningen en Arnhem om vervolgens op donderdag naar Alkmaar af te reizen om een reis te regelen. Op vrijdag had u mij in Rotterdam terug kunnen vinden om bij een vriendin te eten. Het is allemaal leuk, gezellig en prettig. Hoe kun je beter je vakantie vieren?
Ga ik nog weg deze vakantie? Vast wel. Voor hoe lang en waar naar toe? Dat weet niemand. Ideeën?

vrijdag 7 mei 2010

wachten op Alexander

Als je 's avonds naar huis wilt met het openbaar vervoer, dan moet je daar zeker na 22.00 uur wel even de tijd voor nemen. Het is kwart voor twaalf en ik wacht op Rotterdam Alexander en op de trein naar Utrecht waar mijn fiets staat. Die brengt mij in een klein uur naar Werkhoven. Laat me nu voor het eerst en het laatst zeggen dat deze trip met de auto in 35 minuten te doen is. Dan weet ik dat weer voor buiten de vakanties.
Stel je voor: een behoorlijk leeg station. Rond deze tijd wachten er 3 mensen met mij op een trein. Het is koud, maar gelukkig wel droog. Ik kijk links en zie: een perron met 3 mensen, wat lampen, bankjes, prullenbakken en daarachter een zwart gat. Ok. Ik kijk wel rechts. Wat ik daar zie, is eigenlijk hetzelfde: bankjes, prullenbakken, lampen en het einde van het perron met daarachter een groot zwart gat.
Je hoopt in eens dat de tijd gewoon sneller gaat. Wat moet je anders doen, zo op een leeg station. Het is koud, je wil je nest in en je zit op Alexander. Ik zou op Alexander kunnen gaan staan, maar het blijft koud en het vooruitzicht dat mijn bed en ik de komende twee uur nog niet verenigd worden... Ah. Daar is de trein. Toch leuk dat bloggen, wat had ik anders moeten doen, wachtend op een leeg Rotterdam Alexander.

maandag 19 april 2010

Red Bull geeft je vleugels en een klas vol stuiterballen

Het was nog wat rustig. Het is vrijdagmorgen, de dag van het schoolreisje en we verdelen alle leerlingen van de tweede klas over drie bussen. Dat gaat opvallend gemakkelijk. In de bus zijn de leerlingen rustig. Dit ondanks de verhalen over vooral Mavo 2 leerlingen die de laatste weken de ronde doen binnen de school. Ik geef geen les aan mavo 2, maar hoor af en toe wel wat er speelt.
‘Hoe kan dat nou, dat ze zo tam zijn?’ vraag ik me af. Het antwoord blijkt in de loop van de dag te komen. In de bus op de heenweg gaat het er rustig aan toe. Natuurlijk wordt er gesnoept en wat gedronken. Waar vroeger de Cola er met liters doorheen ging, is het nu de sterkere versie daarvan dat met verontrustende hoeveelheden de monden in gegoten wordt.
De leerlingen blijken veel Red Bull-achtigen bij zich te hebben. Ik kan me niet voorstellen dat ouders dat hebben mee gegeven, desondanks zijn de rugzakken er goed mee gevuld.
Voordat we in Den Haag zijn stromen er dus al flinke hoeveelheden cafeïne, taurine en glucose door de aderen van de leerlingen.
‘Dat is mooi!!’ denken sommigen. Op het blikje staat dat die stoffen leiden tot een beter concentratievermogen en beter cognitieve prestaties. Dat moeten we hebben van onze leerlingen. Giet ze maar vol. Dat denk je natuurlijk als je dat leest. Sterker nog het is wetenschappelijk bewezen dat de genoemde stoffen die uitwerking hebben.
Dan hierbij toch even nog wat gegevens over de ingrediënten van de energiedranken (Kools, 2009):
- Taurine: niet onderzocht. Er is ook nooit bewezen dat dit leidt tot ander gedrag of lichamelijke reacties.
- Glucose: energiebron voor het lichaam, in het bijzonder centrale zenuwstelsel. Het zorgt ervoor dat je dingen beter kunt onthouden en de spieren gestimuleerd worden.
- Cafeïne: stimulans van het centrale zenuwstelsel die ervoor zorgt dat serotonine, dopamine, noradrenaline en adrenaline worden aangemaakt. Het vermindert echter ook de aanmaak van melatonine, wat zorgt voor een wakker/slaap ritme. Dit zorgt voor slaapproblemen bij de leerlingen. De leerlingen zijn duffer en slecht geconcentreerd.
Cafeïne is verslavend. Men wil er snel meer van.
- Combinatie van glucose en cafeïne: Zowel cafeïne als glucose zorgen voor een verhoogde vochtafvoer, zeker als ze in combinatie met elkaar worden gebruikt.
De combinatie blijkt ook tot gevolg te hebben dat jongeren meer geprikkeld worden. Prikkels worden intenser beleefd.

Naast de onderzochte lichamelijke gevolgen van het gebruik van de energiedranken zijn er ook onderzoeken gedaan naar het gedrag van jongeren na gebruik van energiedranken. Hieruit bleek dat mensen die meer energiedranken verbruiken meer onveilige sex hebben, eerder geneigd zijn softdrugs te gebruiken, sneller vechten en misbruik van medicijnen (Miller, 2008).
Dit laatste onderzoek is eigenlijk overbodig voor degenen die mee waren met het dagje naar Den Haag. De leerlingen die energiedrank gedronken hadden, waren er gemakkelijk uit te pikken. Het waren voornamelijk leerlingen uit de mavo 2 klassen, al hadden sommige havisten en een enkele vwo-leerling een redelijke slok op.
De aandacht van docenten en ‘nuchtere’ leerlingen ging voor een groot deel naar de leerlingen die wel energie drank gedronken hadden. Deze leerlingen leken onaanspreekbaar. Ze konden niet lang genoeg naar je luisteren om een boodschap, hoe sympathiek ook, over te brengen. Ze stuiteren, kunnen gewoonweg niet stilzitten. Ze moeten bewegen, bewegen, bewegen, nieuwe prikkels verzamelen en bewegen. Deze leerlingen schreeuwden. Het was net een wedstrijd om wie het hardst kon schreeuwen. Het is natuurlijk ook een schreeuw om aandacht.

En nu? Kan je denken. Wat wil je nu zeggen? Denk er eens kritisch over na of je dit moet willen in het onderwijs. Dit gedrag vertonen sommige leerlingen waarschijnlijk ook in de klas. Kinderen die voor een groot deel nog geen eigen verantwoordelijkheden kunnen nemen, staan we toe middelen te nemen die hun gedrag verandert. Alcohol mag niet in school, tijdens schooltijd. Leerlingen mogen niet blowen op school, tijdens schooltijd. Dit zijn beide middelen die het gedrag van de leerlingen negatief beïnvloeden en schadelijk zijn voor de gezondheid. In hoeverre willen wij het op school toe staan dat leerlingen energiedrank drinken, met dit in het achterhoofd.
Is dit door een school te verbieden? Dat weet ik niet. Ik vind wel dat dat moet. Roken steeds minder toegestaan en gebruik van verdovende middelen is verboden. Is het een idee dat deze energiedranken ook op een verboden lijst komen te staan? Tot die tijd neem ik nog een blikje Red Bull, dan krijg ik de vleugels om de ongeleide energie in de klas te kunnen sturen.

Bronnen:

Kools, M.C.E. (2009), Energiedrankgebruik door adolescenten. Effecten op gezondheid en leerprestaties. Kennispunt Betawetenschappen, Universiteit Utrecht.

Miller, K. E. (2008). Energy drinks, race, and problem behaviors among college students. Journal of Adolescent Health, 43(5), 490-497.

zaterdag 10 april 2010

Los op ouwe meuk

'Meneer! U heeft echt geen verstand van muziek!'
Je hoort het geregeld als je met leerlingen over muziek praat.
'Dat is vet oud!'
'Echt niet meer van nu'
Als je dan vertelt dat je in het weekend naar een 90's feestje bent geweest, word je vrij snel voor ouwe lul uitgemaakt. Natuurlijk zeggen ze het niet zo, maar je weet wat ze bedoelen: 'nog geen dertig en nu zegt ie al dat vroeger alles beter was'.
Gisteren stond ik weer bij een 90's feestje. Welke legende is er in Nederland onlosmakelijk verbonden met dat decennium? Door zijn hits als 'Wonderful days' of 'Your Smile'? Mental Theo natuurlijk. De ene helft van het succesvolle duo 'Charley Lownoise & Mental Theo'.
Hoe 90's wil je het hebben? Meer 90's dan dit wordt het niet. In de tijd dat ik op de middelbare school zat, stonden hun hits in de hitparade. Maar het waren gisteren niet alleen hun eigen hits uit die tijd, nee, alle happy hardcore collega's kwamen langs. Het was alsof ik weer op de Breul zat. Alsof het niet genoeg was, waren ook andere hits uit die tijd in de happy hardcore mix gegooid: Zombie van the Cranberries, Alive van Pearl Jam en on top of that: 'I would stay'! 90's all over again!!
De leerlingen gingen helemaal uit hun dak! Ze vonden het geweldig, de muziek uit mijn tijd. Collega's hupsten ook een pasje mee. Het was een grote dolle boel, maar wat een herrie. Een avondje moet dat kunnen.
Het geheel werd dan ook van commentaar voorzien door de grootste schreeuwlelijk van de 90's: Mental Theo himself. Hij hitste de leerlingen heel erg op. Gebruikte daarbij veel scheldwoorden en vooroordelen. Toch jammer dat hij daarmee scoort: anderen voor paal zetten en in een hokje plaatsen met onder andere homofobe opmerkingen. Het werd desondanks een dampende avond, al hoop ik wel dat mijn leerlingen het beschavingsniveau van deze uiterst commerciële 'sfeermaker' spoedig ontstijgen.
Was vroeger misschien toch niet alles beter? De muziek hetzelfde, maar het gepraat tussendoor wat respectvoller?

zaterdag 3 april 2010

je spreekt het uit als auwtoo

Ta ta ta taaaa, ta ta taaaaa!!! Het speelt altijd, echt altijd, door mijn hoofd als mijn hand de deurgreep nadert van mijn Daihatsu Applause. Ow, er moet nog een melodie bij. Denk maar even flink na over het deuntje van de A-team.
Mijn Daihatsu Applause. Gekocht voor 500 euro omdat er wat schade op zat. Toen de auto nieuw was, waren er 105 paarden aan boord. Enkele daarvan zullen in de tussentijd in de frikadellen zitten, maar hij rijdt. En hoe! Als ik 120 rijd en ik geef gas, dan doet ie wat geen van mijn andere auto’s eerder ooit deed: versnellen. Magisch! Geen Suzuki Swift, de rode en de grijze deden dat, om maar niet te spreken over de Mazda 323 en het traagheidsrecord werd ooit gebroken door een Ford Fiesta uit 2004.
Zo ook deze vrijdag. Ik worstel en ploeter me door een stoplichtrijk Breda. In steeds meer plaatsen heten die dingen verkeerslichten, daar is stoppen niet altijd noodzakelijk. In de parel van het zuiden staan altijd, al die krengen op rood. Met uitzondering van die bij de voormalige brouwerij. Dan is het zover: het laatste stoplicht, dan snel de oprit Breda-Noord op. Radio, zoals gebruikelijk, op standje 41. Nee, dit is niets ranzigs, gewoon wat mijn radio als max aan geeft. Alsof er een emmer van geluk door mijn glazen dakraam over mij heen wordt gegoten.
Zie mij gaan. Ik versnel, ga in 4 door tot 100 en vlot op de linkerstrook door naar 130 in vijf. De zon schijnt waterig. Ik kan gaan en staan waar ik wil. Overal naar toe. Deze auto helpt me uit Breda. Heel even kan ik niets anders doen dan auto rijden en muziek luisteren. Laten dat nou net twee activiteiten zijn die mij bijzonder goed bevallen. Wat is dit heel erg prettig.
Eigenlijk maakt het soort auto me niet uit. Er zijn veel mensen, voornamelijk mannen die het uiterlijk en formaat van hun auto belangrijk vinden. Waarom dat is, daar ga ik niet over. Er wordt in ieder geval flink geld aan uitgegeven. Zij stappen in hun auto met het idee: 'kijk eens, wat ik een mooie auto heb. Dan wordt toch maar even mooi gezien'. Bij mij is het anders: ik stap uit mijn auto en denk:
'WHA! En dat voor 500 euro!'.
Wat doet auto rijden met iemand? Of met mannen? Is er iemand die dat weet? Zou daar ooit onderzoek naar gedaan zijn? Wat gebeurt er met je hormoonstructuur als je het stuur van een auto vast hebt? Daar ben ik best benieuwd naar.
Veilig verkeer Nederland had ooit een campagne met de slogan: ‘rijd met je hart’. Lachen is dat. Als ik dat doe, verander ik in Schumacher en heb ik de behoefte om die auto zo snel mogelijk de bocht door te werken. Of het een snelle auto is, of niet, als ik met mijn hart rijd, rijd ik hard. Toch maar goed dat je ooit eens een stel hersens hebt gekregen om het hart in toom te houden. Toch?

Daar word je nat van

Wat fijn om aan het einde van de middag nog even de stad in te fietsen. De drukte zou weg moeten zijn en je kunt toch even genieten van een mooie gezellige stad. Mensen zakken op een overdekt terras weg om bij te komen van en intensieve middag shoppen. Ze hijgen nog even uit onder het genot van een thee, koffie of bier met volle tassen naast hun stoel.
Het is vanaf Werkhoven ongeveer 16 km fietsen. Het is een fijne tocht om te fietsen, door Bunnik, langs de Uithof door Rijnauwen, om bij het Wilheminapark uit te komen. Ja, het is even prettig fietsen. Het typische van ergens naartoe fietsen, is dat je vaak ook terug moet fietsen. Op de heenweg had ik al een redelijk hevig buitje verwerkt, maar nu op de terugweg ziet de lucht er weinig florissant uit. Voor me is het best licht. De wolken houden zon tegen, maar er komt nog wel licht door. Dat is de kant waar ik naar toe ga en dat is ook de kant waar 2 uur eerder nog het weer vandaan kwam.
Ik werp nog eens een weemoedige blik op de Uithof. Je vraagt je af hoe het kan, maar ik denk dat nostalgie hier om de hoek komt kijken. Een weemoedige blik op de Uithof. Wie had dat gedacht. Maar waar het om gaat is dat wat boven de Uithof hangt. Een gitzwarte wolk, relatief klein van doorsnee, met donkergrijze slierten er onder.
‘Oiii, daar word je nat van’, denk ik, bijna hardop. Ik fiets rustig verder. Het wordt donkerder. Ik denk na en merk dat het fietsen mij gemakkelijk vergaat. Ik heb wind mee. Ik heb wind mee!
Opeens realiseer ik me verschillende dingen:
‘Ik heb wind mee...’
‘Die wolk achtervolgt me’
‘Die wolk haalt me in’
‘Shiiit, daar wordt je nat van!!’, en trap toch even wat harder. Nat regenen is niet een van mijn hobby’s. Het vermoeden dat de wolk me in gaat halen wordt bekrachtigd door een licht flits.
KABAAAM!! Dikke onweer. Laat maar komen dan! Ik fiets toch op weg naar droge kleren. Een warme douche is nog de vraag. Als de stroom nog niet op het dorp staat, blijft het bij droge kleren. Als het dan onweert, dan moet het wel goed onweren. Ik wil spektakel!! Flitsen! Kom dan.
Het spektakel blijft echter beperkt tot een dikke zwarte wolk, waar ik langzaam afstand van neem. In mijn brugklas leer ik leerlingen nu over klimaten en het weer. In een filmpje zegt Piet Paulusma dat je wolken kunt leren lezen. Dan heb ik vandaag toch een spannend verhaal gelezen. Wel een beetje met een anticlimax.

Radio open! Raampje op 10!

Jaaa! Het was lente. Heel even was ze daar. Je hoort de vogels als je wakker wordt. Je knijpt met je ogen als je naar buiten stapt. Het is een eerste teaser. De natuur laat heel even zien hoe mooi het zou kunnen zijn. Niet te lang, want we krijgen ‘m later. Nu is het nog niet zo ver. Het moet niet heel lang meer gaan duren, want het is al bijna Pasen. Hij komt er aan.
Als het dan zo ver is, dan kan er een ding dat heel erg fijn is. Dat iets fijn is, merk je vooral de eerste keer. De eerste keer dat je chocola eet. De eerste keer dat je salaris wordt gestort, de eerste keer je krant op de mat op zaterdag en natuurlijk de eerste keer dat je koekjes bakt. Natuurlijk heb je nu zelf al een andere eerste keer van iets dat heel fijn is, bedacht. Enfin, jullie begrijpen wat ik bedoel.
Het zijn in ieder geval de kleine dingen die mij redelijk goed gemutst kunnen stemmen. Het moet dan ook wel old school. Dat wil zeggen: slingeren. Niks knopje drukken en naar beneden zoeven. Nee: ouderwets: je hand om de knop. Eerst even voelen welke kant je ook alweer op moet. En dan: draaien maar!
Steeds meer komt er. Er komt meer frisse lucht binnen. Er komt meer geluid van buiten binnen. Je wordt meer één met de omgeving. Je hebt zojuist het raampje van je auto open geslingerd. Het kan weer!
Nu alleen op één ding blijven letten: in tegenstelling tot het sporten met oordopjes in, kunnen mensen nu wel horen wat je op je radio aan hebt staan. Zeker als je keihard mee blèrt. Nu heb ik de zelfkennis, het zelfbewustzijn, dat een deelname van mij aan een talentenjacht voor zangtalent uiterst goed bekeken zal worden. Het is zeldzaam zoals ik zing. Verschrikkelijk! Hoe kan iemand zo zingen. Het zou mij dus sieren om te kiezen. Of de ramen open. Of zingen in de auto. Een combi zou weinig sociaal zijn.

dinsdag 30 maart 2010

Goedemiddag meneer

Je zorgt zo goed mogelijk voor ze: je deelnemers. Ze zijn op reis. Hun ouders hebben ze aan je toevertrouwd, hun meest waardevolle bezit: de kinderen. Bang voor een slechte naam en gedoe achteraf voel je de druk van hoofdkantoor. Je bent zo ontzettend zuinig op die kinderen of pubers, hoe vervelend ze het ook vinden.
Je hangt met ze aan een rotswand van meerdere tientallen meters hoog. Ergens hoorde ik hoogtecijfer van meer dan 200 meter genoemd worden. Nu zal dat best kunnen, maar dan niet loodrecht naar beneden. Dit spelletje, of deze sport, wordt Via Ferrata genoemd. Ijzeren weg. Er is een eind staaldraad door een groot aantal ogen aan een rotswand bevestigd. Aan deze staaldraad gaan de deelnemers gezekerd omhoog. Ze zijn altijd gezekerd met minimaal 1 carabiner. Maar stel je eens voor dat zo’n flapdrol even stoer wilt doen.
‘Kijk jongens! Zonder zekering!’, schreeuwt hij tegen de wind in.
En het waait hard op zo’n berg, de lucht trekt tussen een nauwe kloof tussen twee bergen door. Daar waait het hard.
Een windvlaag. Hij wordt gegrepen door de wind. Nog moe van een nacht met een overloop pogingen reageert de beste jongen te laat. Hij staat op een klein richeltje. Te klein om stevig te staan en zeker te klein om een stap bij te zetten als je uit balans bent. Hij valt. En blijft vallen. WHAAAA!!! Dat is de kreet die je slaakt op het moment dat je weer wakker schrikt. Deelnemers krijgen goede instructie van nog betere instructeurs, echter zo’n doemscenario laat je steeds schrikken. Natuurlijk mopperen we tegen die kinderen, maar wel voor hun eigen best wil. Stel je voor!




Het gebeurt namelijk vaak genoeg dat je als reisleider ouders moet bellen.
‘Goedemiddag meneer van Erven tot Oudewater, uw zoon Floris-Olivier heeft een snee op zijn been en moet gehecht worden’ of ‘ja, mevrouw van Opheusden-Janszoon, uw dochter heeft gisteren stiekem een glaasje te veel gedronken, ze kan nu niet mee op skisafari’.
Dat zijn de gesprekken waar je aan went. Wat ik alleen altijd vergeten ben, is dat het ook met mezelf kan gebeuren. Ook ik kan in moment van zwakte, me vergeten te zekeren. Het zou zomaar kunnen dat ik met mijn hoofd zit bij de boodschappen of de medicijnen voor die ene deelnemer die ik nog moet halen. Of je wordt afgeleid door een medereisleidster. Ik spreek natuurlijk niet uit ervaring, maar het zou zomaar kunnen gebeuren. Me dunkt.
Tot afgelopen winter. Oudjaarsdag 2009. Het volgende gesprek:
‘Goedenmiddag meneer de Valk, met Michel de Valk van Vinea vakanties spreekt u. Uw zoon heeft waarschijnlijk zijn pols gebroken en zit nu in het ziekenhuis...’
‘Hallo! Hallo! Jongen? Jongen! Hallo, ik ben het hoor’, hoor ik verontrust aan de andere kant. ‘Hallo? Gaat dit wel goed?’
‘Ja, de V. We wachten momenteel met drie leerlingen van een andere groep kinderen uit Nederland op een behandeling in het ziekenhuis. Het is alleen wat druk. Maar dan weet je het. Zeg je het ook even tegen mama? Ik bel wel als ik hier klaar ben.’
Je staat er vaak niet bij stil, maar mensen met een verzorgend of leidinggevend beroep zijn vaak bezorgder om anderen dan om zichzelf. Ok. Voortaan zal ik ook beter op mezelf letten.


dinsdag 23 maart 2010

EN JUMP 2, 3, 4!!

Pompende beats! De heetste hits! Ze schateren door de radio van het sportcentrum waar je staat. De bootcamp instructor staat vooraan en schreeuwt door het microfoontje dat aan zijn oor geknoopt zit. Narcistisch als gemiddeld lesgevend personeel is, wil ook deze persoon zich terug horen.
‘En jump, 2, 3, 4!!’
‘Links, 6, 7, 8’
De groep, voornamelijk dames werkt zich werkelijk in het zweet. Als het niet is om hier en daar een calorietje te verbranden, dan is het wel om indruk te maken op die lekkere gespierde vent die vooraan staat.
‘SNELLERRRR!!!!’
‘Ja, pffff, ik kan niet meer...’ Je hoort het ze denken.
Maar dan is er de muziek. Jaren ’80 hits vakkundig verkracht door DJ onkie donkey. Resident DJ van deze sportclub. Sommige sportclubs zullen vast echte DJ’s en hete hits in huis hebben. De opzwepende muziek helpt de dames echter tot grotere hoogte.
Dat zie je vaker. Muziek pompt je op. Je hebt in eens energie. Waar het vandaan komt? Je weet het niet. Je bent er van overtuigd dat je een zware dag hebt gehad op je werk en eigenlijk uitgeput bent. Je sport omdat je weet dat het goed is of nodig. Je sport om je goede voornemen een keer langer dan twee dagen/weken/maanden* te laten slagen. Het moet. Door die muziek gaat het weer! Je hebt energie! Je gaat ervoor!
‘Ik? Moe? Whahaaaaa!!!! Daar ga ik!!!’
Dat doet pompende hete muziek met je. Niet alleen in de sportzaal. Er zijn ook cassettebandjes verkrijgbaar voor in je walkman... Euuhmm, even vooruitspoelen: er zijn podcasts of Mp3’s verkrijgbaar met daarop een dame die inspreekt hoe je moet gaan hardlopen. Deze dame spreekt inderdaad ook navigatiesystemen in, maar wilde meer uren werken en is gaan bijbeunen.
‘We beginnen vandaag rustig, jog nu tot aan de eerst volgende dikke berkenboom’, alsof iedereen ‘s avonds in het half donker een berk van een beuk kan onderscheiden!
‘Voor op de achtergrond heb ik passende muziek’. En er volgende gemakkelijk in het gehoor liggende dans klanken van recente top 40 hits. En je loopt. Je loopt! Wie had dat gedacht? Muziek maakt het mogelijk.
In dit tijdperk van oordopjes heeft iedereen die maar een beetje in beweging is, muziek bij zich. Als
je aan het fietsen bent, op de crosstrainer, joggend, met of zonder Vlaamse mevrouw. De meest beluisterde ‘sportmuziek’ zullen opzwepende nummers zijn. Een dik aangezette baslijn, een makkelijk melodietje en zenuwachtige hi-hat en en gepitchte zangeres. Hele bevolkingsgroepen zijn er slank mee geworden. Eerst sterk van de pindakaas, later slank met een ander belangrijk exportproduct: Dance muziek.
Zelf heb ik natuurlijk ook dat soort muziek tijdens het sporten op. Een rondje skeeleren of hardlopen gaat verbazingwekkend soepel met Justice, Tiesto of Faithless op de oortjes. Maar het is niet altijd een dancefeest.
Het moet een vreemde gewaarwording zijn, als de muziek die ik soms op mijn oordoppen heb in het openbaar gedraaid zou worden. Een uur lang kan ik op de ergometer (=indoor roei unit) zitten en een behoorlijke vrituele snelheid bereiken. Deze houd ik dan ook nog eens lang vol. Je trekt de plug uit mijn mp3 spelertje, sluit er een stel grote boxen op aan, en wat hoor je: ‘A whole new world!!!’, ‘Beauty and the beast’ of een ander Disney nummer. Wat te denken van ‘Fernando’ of ‘Chiqiutita’ van Abba? Hi-donders-larisch en ik zal me ervoor misschien voor moeten schamen, maar het luistert zo lekker weg en om nou moeilijke zwaardere muziek te draaien, dat werkt ook niet.
What the dinges, is het nodig dat ik me hiervoor verantwoord?
Maar toch, hoe zou het zijn als anderen mij helemaal het maximale uit mezelf zien halen en je op de achtergrond zo’n Zweeds koortje hoort:
‘Can you hear the drums Fernando?’

Hij wel! Zie ‘m gaan! Doenk doenk, 3, 4!!!

dinsdag 16 maart 2010

Je komt er niet uit

Hmmm. Lekker warm. En je draait je nog een keer om. Hoe laat het is? Geen idee. Het is ongeveer net voor je wekker gaat. Heel langzaam word je wakker. Helemaal ontspannen. Je hebt zo een fijn gevoel. Zo prettig. Helemaal ontspannen en vrolijk, rustig en gelukkig. Wat is er gebeurd? Hoe kan dat? Je hebt waarschijnlijk gedroomd. Eerst heel diep geslapen en daarna heb je gedroomd. Iets leuks. Dat moet wel, als je merkt hoe je je nu voelt. Of juist niet. Dat je blij bent dat je wakker bent. Aniehoe. Een fijn gevoel en je bent net wakker. Je moet er uit, maar je komt er niet uit.
Het bed uit, je daalt de trap af en begint je ochtendritueel. Samen met je porseleinen vriend neem je het nieuws van de dag door, smeert brood, kleed je aan en gaat maar weer eens naar je werk. Tijdens het ritueel merkte je het al en nu je buiten komt, weet je het zeker. Je komt er niet uit.
Dan kom je op je werk, in dit geval: school. In de anderhalf uur dat je wakker bent, heb je nog niemand gesproken. Je weet niet eens of je stem het wel doet vandaag. Naar de huisgenoten heb je alleen maar goedemorgen gebromd. Dat is voldoende voor dat moment. Nu gaat het om het echte. Er zijn 48 ogen op je gericht. Je wilt de les beginnen, je moet wat zeggen. Je komt er niet uit.
‘Ik heb over je gedroomd’, zeg je in de pauze tegen je collega. Flarden van een droom komen terug. Wellicht heb je meerdere dingen gedroomd die nacht, wellicht niet. Maar dit deel kun je je herinneren. Er klopt helemaal niets van! Je collega was in je droom op een plek waar jij vroeger dagelijks kwam, maar waar hij nooit geweest is. Hij was toen jouw leraar. In je droom vertelde hij dat jij in jouw middelbare schooltijd bleef zitten in de vijfde. Dat voelt goed. Zo raar! Waar komt dat vandaan? Waar komen dromen vandaan? Wat heb je nog meer gedroomd? Waarom kan je je dat niet meer herinneren en dit wel? Je komt er niet uit!
Aan het einde van de dag ben je alweer moe. Achter de computer borrelt een dagdroom op. Je droomt van vanmorgen. Je bed. Lekker warm. Hmmm, als je daar weer eens zou kunnen zijn, dat zou mooi zijn. Thuis lijkt het even of je er uit komt. Wat frisse buitenlucht, wat eten en een momentje voor je uit staren doen wonderen. Het werkt je bent er bijna uit.
Bijna. Net niet helemaal. Eigenlijk ben je er de hele dag niet uit geweest. Je bent wel wakker geweest, maar het voelt niet alsof je vandaag echt wakker bent geworden. Het was een dag van dagdromen. Na genieten van je droom, van de fijne nachtrust die je gehad hebt. Het was ook een dag van worstelen met de wereld. Want ondanks dat jij de hele dag in de relax-mode heb gestaan en je terug dacht aan het fijne gevoel van je droom, ging de wereld gewoon door. Hoe durven ze! Niemand houdt rekening met je state of mind! Aan het einde van de dag ben je er uit! Je bent er uit: je gaat gewoon terug je bed in...
Welterusten!

vrijdag 5 maart 2010

Dag! Plons!

...Gekke kikker. Want hij is de eerste die je ziet als je weer boven water bent. Boven water? Wie gaat er nou met dit weer buiten zwemmen? Goede vraag. Het was de bedoeling dat we weer gingen roeien. Huub had een schouderblessure en ik een gebroken pols, beiden last van de koude, maar nu kon het weer. Dapper haastten wij ons de boot in, het dreigde te gaan regenen, dus enige spoed was wel noodzakelijk.
Zo snel als onze ongetrainde en gehavende lichamen het aankonden, roeiden we naar de haven in Terheijden. Daar zouden we oversteken en alweer terug gaan. De kou zorgde ervoor dat we niet helemaal bij de pinken waren. Eerlijk gezegd deed geen van onze vingers lekker mee. Zo kan het dat je gegrepen wordt door een golf en de wind. De riemen waren verkeerd in het water...
‘OW Huub!!’, gil ik. Ik gleed van de boot af. Dat is het moment dat je eigenlijk zo lang mogelijk wilt uitstellen, maar je weet dat het verkeerd gaat.
‘What the fuck’, denk je. ‘Daar gaan we, weet ik ook weer hoe dat voelt’.
En hoppa: zwemles. Daar gaan we. Huubs hartrimtestoornismeter in een keer naar de filistijnen, ik enorm geschrokken. Boot beetpakken en zwemmen maar. Dat is ver hoor. 10 meter zwemmen is dan in eens heel veel. Het was koud, koud!! Alle clichés worden waar. Al sta je echt niet stil bij het formaat, op het moment dat je geschrokken naar de kant zwemt. Had ik al gezegd dat het koud was? Om mezelf warm te houden en omdat ik nog de enige was die kon roeien, ben ik in mijn eentje zo snel mogellijk, maar ook zo veilig mogelijk teruggeroeid. Mijn maatje hield de boot recht, trillend en wel. Niet alleen het roeien kon hij schudden. De hele boot schudde mee.
‘Bedankt ma, bedankt’. Zei ooit eens een dochter tegen haar moeder op een zijrivier van de Dordogne (F). Het zwaar puberende meisje stapte aan de verkeerde kant van de huurkano uit en ging kopje onder. Dat kon er nog wel bij nadat ze de hele route al mopperde. Mijn goede vriend Sven en ik hadden dit gadegeslagen en konden een bulderende glimlach niet onderdrukken op het moment dat het meisje weer boven water kwam. ‘Bedankt ma! Bedankt!’.
Zo’n moment was het vanmiddag. Gewoon lomp onderuit. Deze keer alleen niemand die ons uitlachte, of te hulp schoot. Dat was wel leuk geweest. Maar stiekem zijn Huub en ik best stoere mannen en hebben we het prima alleen gered. We zijn voor het leven geMARKeerd.

donderdag 4 maart 2010

klaar voor de start...

AF!
Daar zit ik dan. Een mond mét verstandskiezen, nog wel, een volle wachtkamer en een volle iPhone. Dat wordt dus bloggen. Daar gaan we. Even de vingers knakken, even surfen naar blogspot.com, even de appie app checken voor de soep van vanavond en daar gaan we dan!
‘meneer de Valk...’ Hoor ik roepen.
Nou, dat was het dan voor zo ver.
‘Daar gaat ie dan’, moet de kaakchirurg gedacht hebben.

maandag 1 maart 2010

Aan een fluwelen touwtje

Het was flink veel fietsen tijdens de middelbare schooltijd. ‘s Ochtends 8 km naar school, ‘s middags weer terug. Met de inlineskates onder de snelbinder weer 8 km naar een andere stad fietsen, om na het eten weer 12 km te maken naar de dansschool. Heel wat uren radio hebben mijn oren bereikt aan het einde van de jaren ’90. Wie heeft er geen herinneringen aan muziek? Vingers? Iemand? Dat bedoel ik. Je hebt altijd wel een liedje, album of fragment waarbij je even terug denkt aan een moment dat de herinnering en het geluid elkaar ontmoetten. Je zal het nummer toen al wel veel vaker gehoord hebben, of juist een lange tijd niet. Er hoeft nog geen herinnering bij te zitten. De herinnering en de muziek moeten elkaar tegen komen. Je kunt dat niet eens sturen, al zou je willen. Toch?
De herinneringen zijn niet eens heel bijzonder. Ik zit gewoon weer op de fiets. Terug van dansles of skaten. Buiten je walkman, jawel zo’n ouwe Sony met een cassettebandje (daar zijn ze weer), is het helemaal stil. Je geniet van frisse avondlucht die er in het voorjaar van ’98 vast wel een keer hing en fietst dapper door. Isabel is DJ van dienst en kondigt de muziek vol passie af. Dj’s met liefde voor muziek! Dat hielp 3fm uit het diepe dal van midden jaren ’90.
Muziek komt en gaat. Zo ook met de muziek van deze periode. Men zegt dat de muziek die je hoort rond je 16e, jouw muziek wordt, de muziek waar je het meeste mee hebt. We zullen zien. Ik ben er nog niet oud genoeg voor, vermoed ik, al was 90’s now dit weekend weer erg prettig. Soms zakken nummers of albums heel ver weg.
Tot dit weekend. iTunes is laatst helemaal leeg geweest en vult zich nu weer langzaam. De dag voor 90’s Now had ik er in eens zin in. Ik graaf in mijn verre cd-kast, blaas het stof van het hoesje, haal de cd’s (met bonus cd!) er uit en zet het album in iTunes. De grote hit van het album is een liedje waar je goed op kunt dansen. In de dansschool werd het een cha cha cha en op een dansvloer van een kroeg of iets dergelijks, hupst de plaat ook lekker mee. Dit weekend was ik weer even helemaal ‘Together Again’.
The Velvet Rope. Het laatste album van ‘de zus van’. Het laatste serieuze album van Janet Jackson uit 1998. Het lijkt vergeten. Net als de muziek van haar broer vergeten leek. Tot hij overleed. Nu duidelijk is dat hij zich niet meer vergrijpt aan kleine jongetjes, zijn kinderen over de rand van een balkon hangt, geld weg smijt en wil terugverdienen met te veel concerten en matige nieuwe albums, durven heel veel mensen te zeggen dat we fan zijn van Michael Jackson.
Vergeet zijn zus niet. Brak in de jaren ’80 door. Begin jaren ’90 kwam ze ook nog redelijk mee, maar het werd stil. In 1998 was het daar, the Velvet Rope, met samenwerkingen, remixen en erg relaxte nummers, die het erg goed doen in de slaapkamer, op de achtergrond. Dat heb ik me laten vertellen. Sommige van de nummers lenen zich echter ook goed voor wat danspasjes.
Het album staat nu in iTunes. Dat betekent tegenwoordig hetzelfde als dat je tien jaar geleden zei dat je het album hebt. Wellicht heb je het nog steeds. Je pakt het alleen niet meer, het staat toch al op de computer. Het staat in ieder geval weer klaar om van te genieten. Of in de slaapkamer of om op te dansen. Nice to know we’re Together Again.

vrijdag 26 februari 2010

>> spoelen || pauze

Vroeger had je cassettebandjes. Die kon je spoelen. Je drukte niet op een knopje om bij het volgende liedje te komen. Op een cassette stond een uur (of anderhalf) aan muziek en om bij het volgende liedje te komen, drukte je op spoelen. Je spoelde de rest gewoon even voorbij. Je luisterde het bandje en als je het zat was, drukte je op pauze. Die knop is wel gehandhaafd. Pauze. Altijd even een moment om, al dan niet verplicht, stil te staan. Even niets. Die knop zal hopelijk nog lang bestaan.
Wat is het toch genieten. Je hebt er een hele week lang voor gewerkt. Je hebt stront over je heen gekregen, werk verzet, door zure appels heen gebeten, verliezen verwerkt. Tegelijkertijd heb je ook lol gehad, gelachen op het werk en met vrienden. Je hebt goede gesprekken gehad en pijnlijke stiltes. Prettige rust en hectiek. Elke week heeft het allemaal. Uiteindelijk is het zo ver. Stilzwijgend zit je tegen over elkaar. Er is even niets om tegen elkaar te zeggen. Je kijkt elkaar even aan en weer terug je glas in. Je kijkt ernaar en ziet het: even lekker wat te drinken.
Een lekker glas wijn, een pilsje, mok thee? Zeg het maar. Het moet niet te moeilijk zijn, geen moeilijk bier of een exotische wijn om te analyseren. Hij moet gewoon even lekker beet pakken. Dan ga je ervoor zitten. Ja mag kiezen: met de benen op tafel? Onderuit gezakt? Het maakt niet uit. Daar is het moment voor. Locatie? Het liefst zo gewoon mogelijk. Een personeelskamer, gewoon op kantoor, een kantine, niets hipper dan dat. Iets lekkers te eten er bij? Misschien liggen er nog wel ergens ‘zoutjes’.
Je hebt nog werk te doen? Dat kan in het weekend ook wel. Nu kan het toch niet meer, niemand werkt meer echt. Ze zijn nog wel aanwezig, maar er vinden alleen nog ‘overleggen’ plaats. Op het scherpst van de snede zal er onderhandeld worden. Maandag weer, dat wel. Nu niet. Het is de ‘weekend-pre-party’: de vrijdagmiddagborrel!!
Het spoelt zo heerlijk weg. Waar je vroeger naar de kerk ging om zonden weg te bidden of biechten, of door te praten, mediteren of sporten de week van je af te laten glijden, ga je nu even met z’n allen om de tafel zitten met wat wijn. Zorgen over werk dat niet af is of komt? Spoel je weg. De shit die je over je heen hebt gekregen? Je spoelt het weg. De afspraak met de dame met de bezem? Spoel je weg. Het is een reinigend ritueel dat ook met water, cola of thee kan. Het gaan om het moment. Even met mensen bij elkaar zitten en ontzettend slap ouwehoeren. Gewoon omdat het even kan. Dit is het moment. Nu kan het het best. Morgen is voor de klussen en de verplichtingen, nu doen we even helemaal niets.
De vrijdagmiddagborrel. Hij valt soms erg lekker. De keek op de week. Ssssst. Niet te veel over praten. Ik kijk diep in mijn mok, denk even goed na, neem een slok... En ja, daar spoelt de 10 km schaatsen van dinsdagavond weg.

dinsdag 23 februari 2010

Buurman, wat doet u nu?

‘Buurman, wat doet u nu?’
Dat zei een leerlinge gisteren in mijn les. Ik dacht: ‘huh, toen die film uit kwam, was deze jongedame -6 jaar oud, minimaal, hoe kan dit’. Zo gezegd, zo gevraagd. Bleek dat moederlief de culturele vorming van haar dochter bijzonder serieus had genomen.
Ik dacht aan haar. Daarnet. 'hee, wat doet Kramer nu?' Voor mijn gevoel draaide het hele land vandaag om maar één ding: de 10000 meter van Sven Kramer. Dit zou plaats vinden ergens tussen 20.00 en 22.30 uur vanavond. Dat zijn schappelijke tijden, zeker als je nog tot 21.00 met je werk bezig bent. In het studentenhuis waar je woont wacht je op de douche en zet je de TV aan.
‘Hee, da’s waar ook! De 10 km van Kramer wordt nu uitgezonden. Daar ga ik toch even voor zitten.’ Dat dacht ik. Nu heb ik het idee dat als ik sport kijk, Nederland nooit succesvol wordt. Tegen de rest van de natie wil ik dan ook zeggen: ‘het spijt me, ik zal geen sport meer kijken bij belangrijke Nederlandse wedstrijden’. Ik heb namelijk nooit het Nederlands voetbalelftal zien winnen. De twee Touretappes die ik in mijn hele leven heb gezien, werden gewonnen door Floyd Landis. De laatste 10 km schaatsen die ik ooit heb gezien, werd gewonnen door Johan Olaf Koss. Ik weet dat ook nog gewoon.
Ook nu weer. Het galmt nog steeds door mijn hoofd:
‘Hee, wat doet hij nu?’
‘Er gebeurt iets, hij maakt een rare beweging’
‘Wat gebeurt daar?
Blijkt Sven de verkeerde baan te moeten pakken van zijn coach! Natuurlijk doet hij dat. Die coach moet nu zelf een andere baan zoeken. Natuurlijk luistert Kramer naar die vent. Stel je voor: je rijdt in België en je wilt naar Luik. Je weet zeker dat je dan linksaf moet slaan. Er staat echter een bordje ‘Luik’ naar rechts. Dan doe je dat. Dat bordje is er niet voor niets. Je gaat naar rechts toe. Als je dan even later in Zeebrugge de boot naar Engeland op rijdt, voel je toch wat frustratie jegens de Belgische ANWB.
Wat is dit erg zeg! Vier jaar lang trainen, helemaal voor niets, helemaal weggegooid. Mocht iemand ambities hebben om schaatstrainer te worden bij een topschaatser wiens vertrouwen in coaches een deukje heeft, dan vermoed ik dat er morgen een vacature op Monsterboard.nl staat. Succes!
Bij Telekids hebben ze ooit eens een carnavalsplaat gemaakt, daarin de volgende tekst:
‘O o o, een blamage!
Ben je sip,
‘k heb een tip:
Lap het lekker aan je laarsje!’
Het speelt in mijn hoofd. Naast het ‘hee, wat doet hij nu?’. Geen idee wat ik er mee kan, maar een blamage is het.
Daarna komt Mart Smeets. Deze man heeft de kwaliteit om, net als Maartje van Wegen vroeger, de sfeer bij Koninginnedag hetzelfde te kunnen maken als bij de begrafenis van Pim Fortuyn. Perfect voor deze situatie! De eerste keer deze Spelen dat ik ‘m niet misplaatst vind. Maar desondanks zou ik tegen Mart Smeets willen zeggen: ‘met pensioen gaan is ook een onderdeel van een loopbaan’

maandag 22 februari 2010

Ik ruik 'm al weken...

Prachtig vind ik het, die sneeuw. Vanaf de herfstvakantie kijk je er naar uit. Het is toch donker en grauw in de winter, als het dan mooi wit is, is het nog leuk en mooi. Je kunt van die mooie foto’s maken, het is knus, het geeft sfeer. Verheugd was ik dan ook met de eerste sneeuw in het begin van december. Prachtig! We stevenden vol op een witte kerst af. Die was voor mij al gegarandeerd: wintersport. Nog meer sneeuw.
Ben ik een sneeuwliefhebber of wat? Het gaat nog verder: ik vond het niet erg dat het hele land plat lag door de sneeuw. Je krijgt saamhorigheid, het land wordt één. Het vereist creativiteit om er mee om te gaan. Als je niet kunt rijden met sneeuw, doe het dan niet. Je weet dat het moeilijk wordt om dan auto te rijden. Met de trein dan? Het lag ook in de lijn der verwachtingen dat de NS wat steekjes zouden laten vallen. Nog liep ik niet te mopperen. Op het moment dat ik geen auto tot mijn beschikking had en treinen niet reden, ben ik gewoon op een oude fiets gestapt om van Breda naar Werkhoven te gaan.
Wintersport was bijzonder, indrukwekkend, uitdagend en breekbaar. Daarna lag er gewoon nog steeds een maand lang sneeuw! Het kan niet op. Langzaam word je er moe van. Het blijft namelijk nog steeds grauw en donker. Mensen (leerlingen ook) worden chagrijnig, mensen worden moe. Om er het beste uit te halen, ga ik nog een keer op wintersport. Na een week dikke sneeuwpret, ben ik er echter wel klaar mee. De eerst dag op het snowboard, gaat lekker. Bij de lift sta je toch te denken: ‘nog één weekje dan. Nog een en dan ben ik er helemaal klaar mee. Nog 1 weekje en dan is het afgelopen. Ook voor mij is er dan genoeg sneeuw geweest.’
Eigenlijk ruik ik ‘m al weken. Vorig jaar werd ik voor gek verklaard op het moment dat ik zei dat ik ‘m rook. Maar toch, na de kerst zijn er al planten die kiemen, je hoort een verdwaalde vogel, dagen worden heel langzaam iets langer en dat merk ik al snel. Vandaag regende het. In de regen ruik je het ook. Hij komt er aan. Het is niet ver meer. Iedereen wacht er op, maar hij komt maar niet. We moeten ons eerst door weken van regen, wisselvalligheid, wind en wederom kou werken. Hier en daar zal er een momentje van zonneschijn zijn. Een middagje dat het warm is. Stel je voor: die eerste middag waarbij de zon schijnt, het waait niet, je kunt je jas open laten hangen. Helaas de dag er na regent het weer.
Maar dan. Na al die weken, na deze koude lange winter. Dan is ie daar. Ik ben er klaar mee, de winter. Ik ben er helemaal klaar voor: DE LENTE! Laat maar komen. Het hoeft niet direct Rokjesdag te zijn. Korte broeken moeten niet dezelfde dag nog uit de kast gehaald worden. De jas open. Sporten met je korte broek. Geen drek op de wek. Zon. Zon. Zon. Heel veel zon! Laat maar komen. We zijn er helemaal klaar voor! Ik wil het. NU!