maandag 22 februari 2010

Ik ruik 'm al weken...

Prachtig vind ik het, die sneeuw. Vanaf de herfstvakantie kijk je er naar uit. Het is toch donker en grauw in de winter, als het dan mooi wit is, is het nog leuk en mooi. Je kunt van die mooie foto’s maken, het is knus, het geeft sfeer. Verheugd was ik dan ook met de eerste sneeuw in het begin van december. Prachtig! We stevenden vol op een witte kerst af. Die was voor mij al gegarandeerd: wintersport. Nog meer sneeuw.
Ben ik een sneeuwliefhebber of wat? Het gaat nog verder: ik vond het niet erg dat het hele land plat lag door de sneeuw. Je krijgt saamhorigheid, het land wordt één. Het vereist creativiteit om er mee om te gaan. Als je niet kunt rijden met sneeuw, doe het dan niet. Je weet dat het moeilijk wordt om dan auto te rijden. Met de trein dan? Het lag ook in de lijn der verwachtingen dat de NS wat steekjes zouden laten vallen. Nog liep ik niet te mopperen. Op het moment dat ik geen auto tot mijn beschikking had en treinen niet reden, ben ik gewoon op een oude fiets gestapt om van Breda naar Werkhoven te gaan.
Wintersport was bijzonder, indrukwekkend, uitdagend en breekbaar. Daarna lag er gewoon nog steeds een maand lang sneeuw! Het kan niet op. Langzaam word je er moe van. Het blijft namelijk nog steeds grauw en donker. Mensen (leerlingen ook) worden chagrijnig, mensen worden moe. Om er het beste uit te halen, ga ik nog een keer op wintersport. Na een week dikke sneeuwpret, ben ik er echter wel klaar mee. De eerst dag op het snowboard, gaat lekker. Bij de lift sta je toch te denken: ‘nog één weekje dan. Nog een en dan ben ik er helemaal klaar mee. Nog 1 weekje en dan is het afgelopen. Ook voor mij is er dan genoeg sneeuw geweest.’
Eigenlijk ruik ik ‘m al weken. Vorig jaar werd ik voor gek verklaard op het moment dat ik zei dat ik ‘m rook. Maar toch, na de kerst zijn er al planten die kiemen, je hoort een verdwaalde vogel, dagen worden heel langzaam iets langer en dat merk ik al snel. Vandaag regende het. In de regen ruik je het ook. Hij komt er aan. Het is niet ver meer. Iedereen wacht er op, maar hij komt maar niet. We moeten ons eerst door weken van regen, wisselvalligheid, wind en wederom kou werken. Hier en daar zal er een momentje van zonneschijn zijn. Een middagje dat het warm is. Stel je voor: die eerste middag waarbij de zon schijnt, het waait niet, je kunt je jas open laten hangen. Helaas de dag er na regent het weer.
Maar dan. Na al die weken, na deze koude lange winter. Dan is ie daar. Ik ben er klaar mee, de winter. Ik ben er helemaal klaar voor: DE LENTE! Laat maar komen. Het hoeft niet direct Rokjesdag te zijn. Korte broeken moeten niet dezelfde dag nog uit de kast gehaald worden. De jas open. Sporten met je korte broek. Geen drek op de wek. Zon. Zon. Zon. Heel veel zon! Laat maar komen. We zijn er helemaal klaar voor! Ik wil het. NU!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten