dinsdag 16 maart 2010

Je komt er niet uit

Hmmm. Lekker warm. En je draait je nog een keer om. Hoe laat het is? Geen idee. Het is ongeveer net voor je wekker gaat. Heel langzaam word je wakker. Helemaal ontspannen. Je hebt zo een fijn gevoel. Zo prettig. Helemaal ontspannen en vrolijk, rustig en gelukkig. Wat is er gebeurd? Hoe kan dat? Je hebt waarschijnlijk gedroomd. Eerst heel diep geslapen en daarna heb je gedroomd. Iets leuks. Dat moet wel, als je merkt hoe je je nu voelt. Of juist niet. Dat je blij bent dat je wakker bent. Aniehoe. Een fijn gevoel en je bent net wakker. Je moet er uit, maar je komt er niet uit.
Het bed uit, je daalt de trap af en begint je ochtendritueel. Samen met je porseleinen vriend neem je het nieuws van de dag door, smeert brood, kleed je aan en gaat maar weer eens naar je werk. Tijdens het ritueel merkte je het al en nu je buiten komt, weet je het zeker. Je komt er niet uit.
Dan kom je op je werk, in dit geval: school. In de anderhalf uur dat je wakker bent, heb je nog niemand gesproken. Je weet niet eens of je stem het wel doet vandaag. Naar de huisgenoten heb je alleen maar goedemorgen gebromd. Dat is voldoende voor dat moment. Nu gaat het om het echte. Er zijn 48 ogen op je gericht. Je wilt de les beginnen, je moet wat zeggen. Je komt er niet uit.
‘Ik heb over je gedroomd’, zeg je in de pauze tegen je collega. Flarden van een droom komen terug. Wellicht heb je meerdere dingen gedroomd die nacht, wellicht niet. Maar dit deel kun je je herinneren. Er klopt helemaal niets van! Je collega was in je droom op een plek waar jij vroeger dagelijks kwam, maar waar hij nooit geweest is. Hij was toen jouw leraar. In je droom vertelde hij dat jij in jouw middelbare schooltijd bleef zitten in de vijfde. Dat voelt goed. Zo raar! Waar komt dat vandaan? Waar komen dromen vandaan? Wat heb je nog meer gedroomd? Waarom kan je je dat niet meer herinneren en dit wel? Je komt er niet uit!
Aan het einde van de dag ben je alweer moe. Achter de computer borrelt een dagdroom op. Je droomt van vanmorgen. Je bed. Lekker warm. Hmmm, als je daar weer eens zou kunnen zijn, dat zou mooi zijn. Thuis lijkt het even of je er uit komt. Wat frisse buitenlucht, wat eten en een momentje voor je uit staren doen wonderen. Het werkt je bent er bijna uit.
Bijna. Net niet helemaal. Eigenlijk ben je er de hele dag niet uit geweest. Je bent wel wakker geweest, maar het voelt niet alsof je vandaag echt wakker bent geworden. Het was een dag van dagdromen. Na genieten van je droom, van de fijne nachtrust die je gehad hebt. Het was ook een dag van worstelen met de wereld. Want ondanks dat jij de hele dag in de relax-mode heb gestaan en je terug dacht aan het fijne gevoel van je droom, ging de wereld gewoon door. Hoe durven ze! Niemand houdt rekening met je state of mind! Aan het einde van de dag ben je er uit! Je bent er uit: je gaat gewoon terug je bed in...
Welterusten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten